Bouw in polder als oplossing voor ‘vastlopende Harderwijkse woningmarkt’

Door Harry Schipper – Er moet een verkenning komen naar de mogelijkheid om buiten de eigen gemeentegrens woningen te bouwen om zo de enorme behoefte aan betaalbare woningen op te lossen.

Dat wil D66, die daarbij de suggestie doet om daarvoor te kijken naar Hardersluis en Harderwold, net voorbij het aquaduct in de polder.

Fractievoorzitter Martijn Pijnenburg van D66 lanceerde dit opmerkelijke voorstel tijdens het raadsdebat over de begroting 2021-2024. Volgens hem zit de Harderwijkse woningmarkt momenteel op slot. “Er wordt veel gebouwd in de stad, maar we kunnen de vraag amper aan. Jonge starters staan té lang in de wacht. Een eerste koopwoning is onbereikbaar, ook voor doorstromers. Zelfs met een starterslening. Overbieden is ook hier de norm. Voor de kleinste appartementen wordt al 20.000 euro overboden. Voor eengezinswoningen is dat al een halve ton, als het niet meer is. We zullen dus nog meer bij moeten bouwen, maar waar?”, vroeg hij zich af.

Volgens hem bereikt Harderwijk ‘letterlijk zijn grenzen’ als de bestaande woningbouwprojecten zijn gerealiseerd. Hij vroeg zich af of het college al een visie heeft ontwikkeld op het aan- of uitbreiden van de stad. “Bijvoorbeeld door een vierde of vijfde fase van het Waterfront in Harderhaven of Harderwold”.

Pijnenburg ziet ook nog een mogelijkheid in het (weg)saneren van bedrijventerrein Overveld. Dat ligt aan de Parallelweg tussen de wijk Frankrijk en het voormalige eendengebied. Eergisteravond kwam tijdens een commissievergadering die optie ook even aan de orde. Daarbij werd een bedrag genoemd van wel twintig miljoen euro om alle bedrijven op Overveld bereid te vinden om te verhuizen naar bijvoorbeeld Lorentz.

Voor een verkenning naar woningbouw over de eigen gemeentegrenzen heen, waren verschillende andere raadsfracties wel te porren. Onder andere CDA-fractieleider Wilco Mazier en HA-voorman Henk Vermeer zagen een eerste verkenning wel zitten.

Al vond Vermeer dat er ook gekeken moet worden naar leegstaande winkels en kantoorpanden. Die kunnen volgens hem omgebouwd worden tot woningen en appartementen. “En omhoog waar het kan”, zei hij ook, doelend op de appartementengebouwen in het Waterfront langs de N302. Eraan toevoegend: “En achttien meter waar dat is vastgelegd.” Vermoedelijk verwees hij daarbij naar het markante gebouw dat is gedacht  tegenover de woningen van het Zuidereiland, in het toekomstige stadspark tussen dat eiland en de boulevard.