Gemeente gaat inwoners informeren over nadelige gevolgen van stoken met hout

Door Harry Schipper – De voltallige gemeenteraad van Harderwijk wil dat de gemeente haar inwoners vooral in de herfst- en wintermaanden meer en vaker gaat informeren over de gevolgen van houtstook voor de luchtkwaliteit, de gezondheid en overlast voor de omgeving.

De raad wil ook dat wordt onderzocht welke lokale maatregelen er in Harderwijk genomen kunnen worden om de overlast van houtstook tegen te gaan

Een motie hiertoe werd donderdag tijdens de raadsvergadering over de begroting ingediend door fractievoorzitter Mirjam Driest-Wijnholds van de ChristenUnie, met steun van Harderwijk Anders, GroenLinks, D66 en PvdA. Driest constateerde dat er door de stijging van de gasprijzen een run is ontstaan op haardhout. Ze stelt dat mensen die hout stoken, zich niet altijd bewust zijn dat het haardvuur of houtkachel slecht is voor de gezondheid. Rook bevat namelijk ongezonde en schadelijke stoffen, zoals fijnstof, koolwaterstoffen (zogeheten PAK’s), benzeen en koolmonoxide.

Harderwijk is een van de meer dan tachtig gemeenten in ons land die het Schone Lucht Akkoord hebben ondertekend, samen met alle twaalf provincies en het Rijk. Met die ondertekening beloven ze om zich ervoor in te zetten dat de luchtkwaliteit in Nederland permanent verbeterd. De ondertekenaars streven naar een gezondheidswinst van minimaal vijftig procent in 2030 ten opzichte van 2016.

Wethouder Marcel Companjen wees erop dat onze gemeente deze zomer dat akkoord heeft ondertekend. Hij voegde daaraan toe dat het verbieden van houtstook nu onmogelijk is en dat het college van B en W daarom het initiatief van de Harderwijkse politiek om in te zetten op communicatie over houtstook wil ‘omarmen’. 

De ChristenUnie en de andere partijen willen dat de gemeente houtstokers voorlicht, zodat ze zich meer bewust worden van de schadelijke effecten. Ze denken dat wanneer houtstokers hun stookgedrag aanpassen, dit hun eigen gezondheid ten goede komt en overlast voor de omgeving vermindert. De partijen wijzen er daarbij op dat het RIVM per provincie een stookalert aangeeft. Zo’n stookalert wijst stokers erop wanneer de (weers)omstandigheden ongunstig zijn en de overlast van hout stoken op zulke momenten overlast in de buurt veroorzaakt.

B en W moeten dus onderzoeken welke lokale maatregelen er tegen houtstook genomen kunnen worden. De raad wil dat de resultaten van dat onderzoek voor 1 april volgend jaar aan hen worden voorgelegd.