Door Harry Schipper – Burgemeester en wethouders hebben afgelopen week met de presentatie van hun nieuwe collegeprogramma 2022-2026 hun plannen ontvouwd om Harderwijk en Hierden nóg mooier te maken dan het nu al is.
De gemeentebestuurders zijn behoorlijk ambitieus: scherp op wat kwetsbare inwoners nodig hebben en de regie pakkend in vraagstukken als woningbouw en duurzaamheid. Daarbij zoeken ze steeds meer en vaker de samenwerking op met buurgemeenten Zeewolde en Ermelo. En ze gaan de wijken in om daar actief met bewoners in gesprek te gaan om te zien en horen wat er beter kan. Op die manier hopen ze ook meer inwoners te betrekken bij het maken van plannen die de gemeente zou moeten uitvoeren.Harm Jan van Schaik, Edwin Enklaar, Marcel Companjen, Wilco Mazier, Martijn Pijnenburg en Maarten Reckman zetten in dat programma, met als titel ‘Vandaag bouwen aan morgen’ de inwoners van hun stad en dorp centraal
Met een waslijst aan goede voornemens, waarvan sommige al direct in gang zijn gezet, hopen ze op een toenemend vertrouwen van de inwoners in het gemeentebestuur. Dat is meteen ook één van de doelen die ze willen bereiken. Dat vertrouwen moet zich vertalen in een hogere opkomst bij de volgende gemeenteraadsverkiezing in 2026, zo hopen ze. Zestig procent opkomst is hun streven. Dat is bijna vijf procent meer dan de opkomst in maart van dit jaar: toen bracht slechts 55,6 procent van de kiesgerechtigde Harderwijkers en Hierdenaren hun stem uit.
‘Vandaag bouwen aan morgen’ is feitelijk een uitwerking van het in mei dit jaar gepresenteerde coalitieakkoord, waarin de vier nieuwe coalitiepartijen Harderwijk Anders, ChristenUnie, CDA en D66 al de lijnen voor de toekomst van stad en dorp hadden uitgezet. ‘Samen bouwen aan de toekomst’ heette dat afsprakenlijstje op hoofdlijnen. De ideeën en plannen zijn nu verder uitgewerkt en zelfs waar mogelijk al voorzien van een prijskaartje.
Woningbouw is een thema waar het gemeentebestuur de komende jaren actief op in zet, vertelt woonwethouder Edwin Enklaar enthousiast. “De gemeente pakt daarin ook de regie. We hebben mooie slagen gemaakt in de afgelopen jaren, maar er is een groeiende behoefte aan meer betaalbare woningen, onder andere voor de almaar groter wordende groep ouderen in Harderwijk. En we willen ook dat er meer plekken, zo’n 65 tot 85, komen voor de woonwagenbewoners. Dat gaan we ook regelen”.
Enklaar denkt dat met het nieuwe woonfonds, waarin vijf miljoen euro zit, de bouw van woningen flink versneld kan worden. Dat zou bijvoorbeeld kunnen door leningen te verstrekken aan ontwikkelaars, aannemers en zelfs particulieren die zelf een woning willen bouwen en die geld tekort komen om dat te kunnen verwezenlijken. De gemeente zoekt ook naar mogelijkheden voor de bouw van nieuwe woonconcepten zoals (knarren)hofjes, meergeneratiewoningen en kleinschalige woonzorgconcepten. “Door dat woonfonds kunnen we korte klappen eerder geven. Zo hebben we meteen al voor het eerst jaar een half miljoen aan acties uitgezet”.
De wethouder hoopt ook dat nieuwe regels voor de Huisvestingswet, die nu nog door de Tweede en Eerste Kamer behandeld moeten worden, het mogelijk maakt voor gemeenten als Harderwijk om eigen inwoners en mensen met binding met de stad voorrang te geven bij de toewijzing van betaalbare koopwoningen.
Jeugd- en sportwethouder Marcel Companjen heeft het veerkrachtiger en weerbaarder maken van de Harderwijkse jeugd zijn hoogste prioriteit gemaakt. Volgens hem zijn jongeren door zaken als social media en prestatiedruk kwetsbaarder dan ooit. “Jongeren moet meer vertrouwen in zichzelf krijgen en zich goed op hun toekomst kunnen voorbereiden”, vindt hij. Dat doel bereiken ‘wordt een spannende uitdaging’. Companjen heeft ook zijn handen vol aan alle problemen die spelen op onderwijsgebied, zoals leermiddelen- en lerarentekorten. Officieel gaat de gemeente daar niet over, ‘maar we zouden bijvoorbeeld nieuwwoningen aan speciale doelgroepen zoals leraren kunnen toewijzen’, suggereert Companjen. De gemeente wil ook best bijspringen in de nieuwbouwkosten van het Morgen College, maar oude afspraken met de andere scholen over de verdeling van onderwijsgelden staan die spontane hulp nu nog in de weg.
