Wethouder vraagt gemeenteraad te helpen om gaten in begroting te dichten

Door Harry Schipper – Een andere begroting in andere tijden. In plaats van veel en grote investeringen doen, zoals de afgelopen jaren, moet de gemeente Harderwijk voorlopig fors bezuinigen.
 

Het gemeentebestuur wil de snel verslechterende financiële situatie niet afwentelen op haar inwoners: gemiddeld gaan de lokale belastingen daarom volgend jaar met 3,3 procent omhoog.

Dat zei wethouder Jeroen de Jong van financiën vandaag bij de presentatie van de begroting voor de komende vier jaar. Een begroting die op dit moment voor volgend jaar al een tekort van drie miljoen euro laat zien; voor de komende vier jaar zelfs oplopend tot ruim 9,6 miljoen euro.

Voor die tekorten hebben De Jong en zijn rekenmeesters gelukkig al wat oplossingen bedacht, want de provincie, die de begroting moet goedkeuren, doet dat alleen als tenminste de begroting voor volgend jaar sluitend is. Dus op nul (of erboven) uitkomt. Zo brengt de inzet van ruim 1,8 miljoen uit het reservefonds van het sociale domein, samen met dik acht ton uit de algemene reservepot van de gemeente al soelaas. Met een verlaat meevallertje van drie ton die Harderwijk meer krijgt van de rijksoverheid dan aanvankelijk werd gedacht, komt het begrotingssaldo voor 2021 zelfs op een zeer bescheiden plusje uit van zesduizend euro.

Ook voor 2022 wil De Jong nog 907.000 euro uit de reservepot van het sociaal domein halen en ruim 1,1 miljoen uit de algemene reserve. Maar om de begroting voor de jaren daarna sluitend te krijgen, moet de gemeenteraad nu vlot met bezuinigingsvoorstellen komen en suggesties aandragen welke bestaande plannen uitgesteld of zelfs geschrapt kunnen worden. Voor elk jaar moet er bijna twee miljoen bezuinigd worden of aan plannen worden geschrapt.

Tegelijk hebben burgemeester en wethouders aan de eigen ambtelijke organisatie gevraagd om op zoek te gaan naar kostenposten die omlaag kunnen. Aan Meerinzicht, die allerlei taken voor de drie gemeenten Harderwijk, Ermelo en Zeewolde uitvoert, is gevraagd om driekwart miljoen euro goedkoper te werken.

Het zijn niet alleen de gevolgen van het coronavirus zorgen voor een minder optimistische financiële toekomst. De Jong wijst daarvoor nadrukkelijk naar de rijksoverheid die de afgelopen jaren steeds meer taken doorschoof naar de gemeenten, ‘terwijl wij daarvoor minder geld kregen dan ze kostten’. “We moeten daardoor zelf geld erbij leggen, steeds maar meer”, aldus de wethouder.

Als voorbeeld noemt hij de stijging van de ambtenarensalarissen als gevolg van het goedkeuren van de ambtenaren-cao door het rijk. “Die stijging van 1,6 procent loonkosten wordt maar voor 1,0 procent door het rijk gecompenseerd”. Ook voor de steeds meer toenemende zorgtaken die de gemeente moet uitvoeren, vergoedt het rijk minder dan ze kosten.

De wethouder wil niet vooruit lopen op ideeën om weer evenwicht te brengen tussen de inkomsten en uitgaven van de gemeente. “Die ideeën moet de gemeenteraad nu aandragen”, vindt hij. “Duidelijk is dat de komende periode in het teken zal staan van het temperen van onze ambities of zelfs in het herformuleren daarvan. We zullen prioriteiten moeten stellen en realistisch moeten bepalen hoe we onze financiële huishouding zo goed mogelijk inrichten.”  

In veel andere gemeenten is al besloten om een deel van de tekorten op te vangen door de lokale belastingen flink op te schroeven. Zo betalen inwoners in Zeewolde volgend jaar elf procent meer OZB en in Ermelo zelfs bijna dertig procent meer.

In Harderwijk stijgen de lasten dus met 3,3 procent: de OZB stijgt gemiddeld zo’n zestien euro per huishouden. De afvalstoffenheffing gaat van 205 euro naar volgend jaar 222 euro. Daarbij heeft de gemeente al 235 duizend euro uit haar spaarpot gehaald, omdat de kostenstijging eigenlijk veel hoger uitvalt. Ook voor de rioolheffing is een flinke greep gedaan uit een daarvoor bestemd reservefonds. Daardoor gaat die heffing van dit jaar 157 euro zelfs volgend jaar omlaag naar bijna 145 euro. Opgeteld betaalt een Harderwijks huishouden in 2021 gemiddeld 658 euro, dus zo’n twee tientjes meer dan nu.

Een geruststellende gedachte is dat Harderwijk voor slechte tijden en plotselinge tegenvallers altijd nog een flinke reservespaarpot aanhoudt. Daar zit nog zo’n 23 miljoen euro in. De wethouder blijft ondanks de snel verslechterende financiële situatie tóch optimistisch over de toekomst: “We hebben de laatste jaren ongelooflijk veel geïnvesteerd in het structureel maken van de lasten. Daardoor kunnen we ook in de toekomst nog best investeringen doen. Alleen geen nieuwe projecten meer. Als we dat wel zouden  willen, kan dat alleen als we een ander project niet doen”.