Waterfront zal voor gemeente nooit winstgevend worden

Door Petronella Polinder - Quitte spelen is al een hele opgave.

Nu het Waterfront steeds meer vorm begint te krijgen, hoor je mensen niet meer klagen over de kosten ervan. “Die emotie legt het al snel af tegen de trots die de Harderwijkers voelen nu het er eenmaal is”, zegt Frank Brouwer, projectdirecteur van het Waterfront.

Het omvangrijke project, waar de gemeente Harderwijk al sinds midden jaren negentig van droomt, kost in totaal zo’n kwart miljard (tweehonderdvijftig miljoen) euro. Toen het Waterfront in 2006 definitief groen licht kreeg van een unanieme gemeenteraad, had de gemeente Harderwijk twintig miljoen euro gereserveerd, mochten de grondexploitatie- of saneringskosten tegenvallen.

Een paar jaar na het groene licht, in 2009, het beginstadium van de crisis, bleek de grond minder waard te zijn dan waar de gemeente het destijds voor had gekocht. Ook liep het hele project vertraging op doordat de Raad van State een streep zette door de plannen voor uitbreiding van Lorentzhaven.

Dat alles leidde in 2009, drie jaar na de start al tot een tekort van twintig miljoen euro.

Onderzoek en aftreden wethouder - Een onderzoek door bureau Balance naar zwaktes in plan Waterfront (in 2009) leidde tot het aftreden van wethouder Henk Eijsenga en een sterkere positie van projectbureau Waterfront. Brouwer, in januari 2009 aangesteld als projectleider van Waterfront, werd projectdirecteur en kreeg meer (financiële) bevoegdheden. “Toen had de gemeenteraad nog het idee om dat tekort van twintig miljoen euro terug te brengen naar nul. Ik kreeg de opdracht daar mijn best voor te doen, maar ook de kwaliteit van het project niet uit het oog te verliezen.”

In 2011 bleek terug naar nul een utopie.

“De crisis kwam toen echt binnen en raakte ons hard. De aangekochte gronden werden steeds minder waard, het saneren en bouwrijp maken van de grond bleek vele miljoenen duurder dan gedacht. Het tekort steeg naar achtenvijftig miljoen euro.” Een streep door de plannen was geen optie. “In 2009 al niet meer. Gronden waren al aangekocht, bedrijven uitgekocht. We waren al te ver.” De gemeenteraad wilde ook niet meer terug. “Dit plan was te belangrijk voor Harderwijk. Bovendien, stoppen kostte meer. En je loste er de woonproblematiek ook niet mee op.” Dan maar doorgaan dus. “En dat doen we nu nog. Kritisch op wat het moet- en mag kosten.”

Miljoenen extra voor bodemsanering - Wat er precies voor heeft gezorgd dat de kosten zo opliepen, is nog steeds moeilijk te zeggen. “De bodemsanering bij de haven, waar Asbestona zat, heeft vijftien miljoen euro gekost. Toen was er ook nog dat akkefietje met niet gesprongen  explosieven in de grond, dat kostte ook nog eens negen miljoen extra. Daarvan krijgen we zeventig procent terug van het rijk, maar toch drie miljoen voor de gemeente zelf. En de crisis, de waarde van de gronden. Die is niet als voor 2008 en dat is de grootste financiële tegenvaller geweest. De verwachte opbrengst uit de woningbouw moest fors naar beneden worden bijgesteld.”  

De kans dat het Waterfront voor de gemeente Harderwijk ooit een winstgevend project wordt, is volgens Brouwer heel klein. “Maar is dat erg? 

Een grote binnenstedelijke herstructurering, wat het project Waterfront feitelijk is, sluit voor de gemeente eigenlijk altijd met een tekort.” Winstgevend dus waarschijnlijk niet, maar quitte spelen dan? “Het wordt nog een hele tour om die bijna zestig miljoen weg te werken in de looptijd die nog resteert. Ik betwijfel het.”

Of de huidige financiële tekorten een reden zijn geweest geen sociale huurwoningen in het Waterfront te plannen, daar is Brouwer duidelijk in. “Het is een enorme financiële uitdaging,  die we niet extra moeten verzwaren door sociale woningbouw. Aan die plicht moeten we als gemeente uiteraard voldoen, maar dat hoeft niet perse op deze locatie.”

De droom die midden jaren negentig voor het eerst gedroomd werd, is nu volop aan het uitkomen. “De laatste woning van fase twee wordt in 2020 opgeleverd. Daarna gaan wij beginnen met fase drie, ook weer zevenhonderd woningen.” Wanneer de laatste steen wordt gelegd? “Ik zeg nu in 2024, maar pin me daar niet op vast.”