Voortaan met eigen zakjes én overal poep oprapen

Door Harry Schipper – De gemeente Harderwijk staat aan de vooravond van een nieuw ‘hondenbeleid’, dat zichzelf profileert als ‘kort, krachtig, duidelijk en deregulering’.

Voortaan moeten hondenbezitters op álle plekken binnen de bebouwde kom - uitlaatrennen en losloopgebieden uitgezonderd - de poep van hun huisdier opruimen. Doen ze dat, dan beloont de gemeente de hondenbaasjes door de hondenbelasting af te schaffen

Wel verdwijnen de palen met plastic zakjes speciaal voor het opruimen van hondenpoep. De gemeente doet dat, omdat er wel eens plastic zakjes uitgetrokken worden die op straat belanden. En omdat de palen niet mooi staan in de openbare ruimte. En omdat het veel werk is om palen schoon te houden en de zakjes bij te vullen. Hondenbezitters moeten die zakjes zelf maar kopen, vinden B en W van Harderwijk. Er komen wel overal afvalbakken, zodat de hondenbaasjes niet zo lang met een warm walmend poepzakje door hun woonwijk hoeven rond te sjouwen.

De houten paaltjes en bordjes bij plantsoenen en groenstroken, waarop staat of er wel of geen opruim- of aanlijnplicht geldt, verdwijnen eveneens. Teveel onderhoud. Er is een nieuwe kaart gemaakt, waarop alle losloopgebieden en –rennen staan vermeld, plus de uitgangspunten en regels die voortaan gelden. Die kaart komt ook op de gemeentelijke website te staan. De rest staat in de APV, de Algemene plaatselijke verordening. En in ‘Beleidsregels bijtincidenten honden’. Beide documenten zijn eveneens voor iedereen digitaal beschikbaar.

Als alle hondenbezitters netjes de hondenpoep opruimen, wil de gemeente hun gedrag belonen door de hondenbelasting af te schaffen. Dat hebben veel Nederlandse gemeenten trouwens al eerder gedaan. Daarmee loopt de gemeente Harderwijk zo’n 188 duizend euro per jaar mis. Daarvan bleef jaarlijks maar een paar duizend euro over, omdat de gemeente ook veel uitgaven had die te maken hadden met honden en hun baasjes.

Zo worden er 1,5 fte aan handhavers van betaald, die moeten toezien op onder andere de opruimplicht. En eens per drie jaar werd er ook twaalfduizend euro uitgegeven aan een grootscheepse controle of elk baasje voor zijn of haar hond wel belasting betaalt. Zulke uitgaven zijn dan niet meer nodig.

Afschaffen van de hondenbelasting overweegt de gemeente – na een evaluatie – alleen als het aantal klachten over hondenpoep niet toeneemt, zo luidt nu het voorstel van B en W aan de gemeenteraad. Overigens daalt het aantal klachten al enkele jaren achtereen.

De nieuwe regels voor hondenbaasjes zijn tot stand gekomen nadat de gemeente hierover eerst een discussie en een enquête had gehouden op het ‘Online Stadsgesprek’. Ook hadden de leden van de commissie Ruimte, meest raadsleden, deelgenomen aan een werksessie over het onderwerp. Uit de discussie, enquête en werksessie kwam naar voren dat het nieuwe beleid vooral duidelijk, kort en krachtig moest zijn.

Uit het Online stadsgesprek kwam naar voren dat er per wijk ruime losloopgebieden gewenst zijn, die ook duidelijk op een nieuwe kaart moeten staan. De meer dan vijfhonderd mensen die de enquête -  waarvan ongeveer de ene helft hondenbezitter is en de andere helft niet – vinden dat controle op de naleving van het hondenbeleid noodzakelijk is.

Op de nieuwe kaart, die inmiddels gereed is, staan ruim vijftien losloopgebieden, waarvan de meeste in de bos- en groenstroken langs A28. En natuurlijk het Strokelbos, ook wel het ‘hondenbos’ genoemd, omdat honden hier van oudsher los mogen lopen. Verder het omheinde hondenstrand in het Crescentpark en de Wijde Wellen, waar op veler verzoek ook een klein hondenstrandje is aangelegd. Alle andere strandjes blijven, evenals de kinderspeelplaatsen, verboden terrein voor honden. In overleg met Natuurmonumenten beziet de gemeente nu of in het Hierdense weilandengebied de Mheenlanden een weiland als losloopgebied kan dienen. In de losloopgebieden geldt, evenals voor buiten de bebouwde kom, geen opruimplicht.

De gemeenteraad moet nog instemmen met het conceptvoorstel voor het nieuwe hondenbeleid. Het plan komt ook zes weken ter inzage te liggen. Iedereen mag er wat van vinden, zeggen of over schrijven. Mogelijk wordt het voorstel daarop aangepast, maar uiteindelijk moet het beleid door een meerderheid van de raadsleden worden vastgesteld en wordt het daarmee van kracht.