Inwoners Wittenhagen, Tinnegieter en Drielanden krijgen brief over brandgevaar

Door Harry Schipper – De bewoners van de woonwijken Wittenhagen, Tinnegieter en Drielanden krijgen binnenkort een brief van de gemeente en brandweer waarin staat hoe brandgevaarlijk hun huizen zijn en wat ze zelf kunnen doen om het risico op brand zo klein mogelijk te maken.
 

Ook de inwoners van andere wijken krijgen zo’n brief, maar die in Wittenhagen, Tinnegieter en Drielanden eerder, omdat de brandweer daar bij een brand niet zo snel kan komen als ze zouden willen.

Burgemeester Harm Jan van Schaik deed tijdens de vergadering van de commissie Beleid Algemeen uit de doeken dat de inwoners van Harderwijk uitgebreid op de hoogte worden gebracht van de risico’s op brand in en om hun woning. De voorlichtingscampagne maakt daarbij gebruik van een pilot die de VNOG, de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland houdt in Harderwijk (en Winterswijk), waarbij voor elk bebouwd object in de gemeente alle brandrisico’s in kaart zijn gebracht. Dus ook van elke woning.

Zo kan de impact van bijvoorbeeld een brand in delen van Stadsdennen groot zijn, omdat daar rijtjeshuizen staan met nog een houten balkenconstructie. Bij een woningbrand is de kans dan groter dat het vuur ook andere huizen in dat blok bereikt. Dat zal minder snel gebeuren in een wijk als Drielanden, waar de huizen moeten voldoen aan veel recentere bouwbesluiten en die veelal bestaan uit (onbrandbare) betonconstructies.

Mensen moeten zich bewuster zijn van de risico’s op brand, vindt Van Schaik, die naast zijn functie als burgemeester ook vicevoorzitter is van de VNOG en deel uitmaakt van het dagelijks bestuur. “Hoe maken we mensen in onze stad weerbaarder tegen brand? Hoe zorgen we ervoor dat mensen zich bewustzijn van de risico’s die ze lopen”, zo vroeg hij zich hardop af. Hij ziet in goede voorlichting de sleutel. Harderwijk en Winterswijk lopen daarbij voorop omdat in beide gemeenten een soort proeftuin zijn waarin de brandweer, maar ook allerlei andere instanties als de gemeentelijke afdelingen Bouwzaken en de Basisadministratie hun gegevens en kennis bundelen in een ‘dashboard’, zodat bij een calamiteit als een brand de hulpverleners ultrasnel de risico’s kunnen inschatten, zien hoeveel mensen er wonen, of het bijvoorbeeld een rietgedekt huis is. Zo weten ze ook wat hen bij aankomst als eerste te doen staat.

Die aankomsttijd duurt naar Drielanden toe minuten langer dan ooit – al in 1954 – daarover landelijk is afgesproken, simpelweg omdat de afstand tussen de kazerne en de wijk vrij groot is. En naar de Wittenhagen en Tinnegieter komt de brandweer wel eens voor dichte spoorbomen te staan, zodat ook daar de afgesproken opkomsttijd niet altijd gehaald kan worden.

Maar juist die eerste minuten na het uitbreken van een brand zijn erg belangrijk om ‘m onder controle te houden. Daar ligt volgens VNOG-directeur veiligheid Jeroen Wesselink ook een rol voor de bewoners en omwonenden. “Mensen moeten zelfredzamer en bewuster worden van bepaalde risico’s. Wat kunnen ze bijvoorbeeld doen als de stroom uitvalt?” Wesselink vertelde de commissieleden dat veruit de meeste woningbranden ontstaan door tv’s die in de stand-by-stand staan en door wasdrogers die in brand vliegen.

Van Schaik zelf was zich daarvan ook niet zo bewust. “Ik heb toevallig vandaag een rookmelder geplaatst in de ruimte waar onze wasdroger staat”, bekende hij. De burgemeester denkt dat er ‘héél veel gedaan kan worden in de eigen woning’ om brand te voorkomen en dat ‘bewoners ook veel zelf kunnen doen in die eerst drie minuten na het ontstaan van een brand’. “Daarover gaat de campagne”.

De commissieleden waren blij met de komst van de voorlichtingscampagne, al uitten ze tegelijkertijd nog eens hun bezorgdheid over de tragere opkomsttijden in sommige Harderwijkse woonwijken. Uiteindelijk gaven ze aan vooralsnog geen wensen of bedenkingen te hebben tegen het regionaal risicoprofiel en beleidsplan van de VNOG voor de komende vier jaren. Daarin gaat het trouwens over veel meer dan alleen brandgevaar. Daarin worden ook de risico’s op bijvoorbeeld overstromingen of langdurige hitte en droogte in kaart gebracht en de gevolgen ervan, zoals verzwakte dijken en meer ongedierte als teken en de eikenprocessierups.

Voor elke calamiteit heeft de VNOG scenario’s ontwikkeld om soelaas te bieden of om een calamiteit zo goed mogelijk te beheersen. Ook het beheersen van de huidige coronacrisis valt grotendeels onder de verantwoordelijkheid van de VNOG, al voert de regering hierin de regie omdat het om een landelijke crisis gaat.

Lees ook:
Burgemeester Harderwijk: ‘Campagne moet risicobewustzijn voor brandgevaar vergroten’