Grootst onbenutte arbeidspotentieel vind je in deze provincies (blog)

Onbenut arbeidspotentieel bestaat uit werklozen, semiwerklozen en onderbenutte deeltijdwerkers. Volgens de richtlijnen van het ILO (International Labour Organization) is iemand werkloos als hij/zij geen betaald werk heeft, recent naar werk heeft gezocht én direct aan de slag kan.

Semiwerklozen staan iets verder af van de arbeidsmarkt

Zij hebben óf recent werk gezocht óf zijn direct beschikbaar. Onderbenutte deeltijdwerkers werken in deeltijd in hun grootste werkkring, willen meer uren werken en zijn daarvoor ook beschikbaar.

Hoogste percentage onbenut arbeidspotentieel in Groningen
Het onbenut arbeidspotentieel in 2021 was met 11,6 procent van de 15- tot 75-jarigen naar verhouding het grootst in de provincie Groningen, gevolgd door Noord-Holland met 11,1 procent. Ook in Zuid-Holland, Flevoland en Fryslân was het onbenut arbeidspotentieel groter dan gemiddeld. Zeeland en Noord-Brabant hadden met 8,5 procent het kleinste onbenut arbeidspotentieel.

In gemeenten
Op gemeenteniveau was het percentage onbenut arbeidspotentieel het hoogst in Groningen (14,0), gevolgd door Delft (13,9), Wageningen (13,7) en Amsterdam (13,5). Gemeenten met het kleinste onbenut arbeidspotentieel zijn Reusel-De Mierden (6,9) en Hilvarenbeek (6,7).

Meer potentieel bij vrouwen door onderbenutte deeltijders
In 2021 maakte 11,3 procent van de vrouwen van 15 tot 75 jaar deel uit van het onbenut arbeidspotentieel. In negen provincies lag dat aandeel boven de 10,0 procent. Van alle mannen in Nederland in dezelfde leeftijdsgroep behoort een aanzienlijk kleiner deel tot het onbenut arbeidspotentieel, namelijk 8,8 procent. In alle provincies, uitgezonderd Groningen, was het onbenut arbeidspotentieel onder mannen kleiner dan 10,0 procent. Provincies met een groot onbenut arbeidspotentieel bij vrouwen hebben over het algemeen ook een groot onbenut arbeidspotentieel bij mannen. Het grotere onbenut arbeidspotentieel bij vrouwen, die relatief vaak in deeltijd werken, is vooral toe te schrijven aan het grotere aandeel onderbenutte deeltijdwerkers. Bij mannen was dit landelijk 3,1 procent, bij vrouwen 5,4 procent.

Bron: CBS, 13 juni 2022