Gemeente Harderwijk en waterschap Vallei en Veluwe krijgen subsidie voor realisatie windmolens

Voor de realisatie van drie windmolens op het industrieterrein Lorentz is aan de gemeente Harderwijk en waterschap Vallei en Veluwe een subsidie toegekend in het kader van Stimulering Duurzame Energieproductie en klimaattransitie (SDE++). 

De aanvraag werd eind vorig jaar gedaan en deze week kwam het positieve bericht naar buiten. Hiermee wordt een belangrijke stap gezet in het project dat bijdraagt aan een meer duurzame energievoorziening

Het project op het Harderwijkse industrieterrein betreft drie windmolens van een middelgroot formaat. Hiermee valt het project in een bijzondere categorie windmolens tot 150 meter die onlangs door het Rijk is toegevoegd aan de subsidieregeling. Toch was het onzeker of het project de subsidie zou ontvangen. Er is immers veel concurrentie van andere energieprojecten die een aanvraag hadden ingediend. Ook het aantal technieken om tot CO2-reductie te komen is in de afgelopen periode toegenomen. Ondanks deze ontwikkeling wist het project geselecteerd te worden. Hiermee heeft Harderwijk als eerste gemeente een SDE subsidie gekregen voor een windenergie project.
 
Wethouder Bert van Bijsteren: “Onze timing heeft goed uitgepakt, we zijn verheugd met deze toekenning. Het is tegelijkertijd ook een erkenning voor de kwaliteit van de projectontwikkeling, wat vertrouwen geeft in de laatste voorbereidingsfase voor de bouw van de windmolens.”
 
Patrick Gaynor, heemraad waterschap voegt toe: “De energietransitie is een enorme uitdaging. Bij verduurzaming van energie is een goede koppeling van vraag en aanbod essentieel.  Dit vraagt om een nauwe samenwerking tussen waterschap, gemeente, inwoners, bedrijven en netbeheerders.  Die samenwerking vindt hier al volop plaats.”
 
De subsidie die verstrekt wordt door de Rijksoverheid zal ongeveer 8 tot 13 miljoen euro bedragen en de omvang is afhankelijk van de daadwerkelijke hoeveelheid opgewekte energie en de elektriciteitsprijs ontwikkeling. De subsidie draagt vooral bij in de kosten die niet op basis van marktprijzen afgedekt kunnen worden.