Na onze tijd in Dubai, Sri Lanka, en Singapore staken we de grens over naar Maleisië en dat voelde meteen weer anders. Veel minder strak als Dubai en Singapore maar ook weer niet zo als Sri Lanka, maar juist daardoor leuk om te ontdekken.
We begonnen op het tropische eiland Tioman, waar we even een weekje niets hadden gepland. Ons huisje stond aan het strand, tussen de palmbomen. Uiteindelijk gingen we wel een dagje op tour naar Coral Island en snorkelden met grote zee schildpadden en rif haaien bij een parelwit strand. Eén van de hoogtepunten tot nu toe.Het land verraste ons vanaf het eerste moment
Ook bezochten we Melakka. Het centrum van de VOC in de gouden eeuw van Nederland. Hier is veel van terug te zien. Zoals straatnamen, gebouwen en forten. Ook staat er in Melakka nog een stadhuis welke identiek is als degene die in Hoorn tijdens de tweede wereldoorlog is verwoest. Leuke weetjes.
Na een paar dagen reisden we door naar Kuala Lumpur. De hoofdstad van Maleisië. We genoten van streetfood in Chinatown, bezochten de imposante Petronas Towers en reden een fietstour midden door het centrum. Ook zwemmen we op de hoogste verdiepingen, genieten van sushi met de kinderen die inmiddels alles durven te proeven.
Tijdens een stop midden in de jungle van Maleisië deden we met de kids een avondwandeling met een gids in het oudste regenwoud van de wereld. Met een zaklamp zochten we naar de kleine diersoorten maar niet minder gevaarlijk. Zo zagen we de giftige zwarte schorpioen, vuurvliegjes en allerlei grote spinnen ter grootte van een kinderhand.
Daarna trokken we verder naar George Town, op het eiland Penang. Een kleurrijke stad vol kunst en historie. De straten stonden vol met muurschilderingen.
We vlogen vanuit George Town terug naar Kuala Lumpur voor 70,- euro (binnenlandse vlucht) met z’n 6e om vervolgens later door te vliegen naar Cambodja. De grens over betekent hier letterlijk een nieuwe wereld.
Cambodja is een land met een heftig verleden. Veel oorlogen en bombardementen. Door de gedropte kluster bommen liggen er in dit land nog veel mijnen. Deze sporen ze hier op door middel van ratten. Ze hebben een goede neus en zijn ligt genoeg om een mijn niet af te laten gaan. Door de vele scherven is het niet te doen met een metaal detector. We ontmoeten de getrainde ratten. Die overal ter wereld worden ingezet. Van Afrika, Oekraïne en dus voornamelijk Azië.
In Kampot reden we met een tuktuk langs zoutvelden, rijstterrassen en een peperplantage. De kinderen leerden hoe rijst groeit en proefden peper rechtstreeks van de struik. In Kep aten we krab aan zee, terwijl de zon onderging en vissers hun netten binnenhaalden.
Daarna gingen we naar Phnom Penh, de hoofdstad. Een stad vol contrasten druk, levendig en met een indrukwekkende geschiedenis.
We bezochten het S-21 Genocide Museum en de Killing Fields wat ons meebrengt naar de tijd waarin de Rode Khmer aan de macht was. Plaatsen waar woorden tekortschieten. De verhalen, de foto’s, de stille ruimtes… zelfs de kinderen voelden de zwaarte ervan. We liepen er uren rond, luisterend naar de audiotour in het Nederlands, ieder op onze eigen manier geraakt. Later, bij de Killing Fields, stonden we stil bij de “Killing Tree” een plek die je nooit meer vergeet. Het besef dat dit nog niet zo lang geleden is, maakte diepe indruk.
’s Avonds zochten we juist de lichtheid op. Phnom Penh kwam tot leven met muziek, geuren en kleuren. De boulevard veranderde in een zee van kraampjes, families en lachende mensen.
En midden in dat alles besloot Aimee spontaan haar turnkunstjes te laten zien. Binnen no-time stond er een kring van tientallen mensen te klappen en te filmen. Een klein meisje uit Harderwijk dat even de show stal in de hoofdstad van Cambodja het was zo’n bijzonder moment. Na ruim twee weken vlogen we door naar Laos.
Onze eerste dagen in de hoofdstad vielen samen met het That Luang Festival, het grootste feest van het jaar. Overal stonden kraampjes, er was muziek, dans en eten in overvloed. De kinderen speelden met lokale kids en aten onbekende hapjes.
Een paar dagen later reisden we verder naar Vang Vieng waar we nu verblijven. We hebben gisteren met twee scooters de omgeving verkent en gezwommen in een blue lagoon meertje. Daarna een berg beklommen en vandaag zien we wel wat de dag ons brengt.
En dat is precies wat deze reis steeds weer is: samen ontdekken waar de weg naartoe leidt. Van snorkelen tussen de vissen tot de donkerste hoofdstukken van de geschiedenis. Van geuren en kleuren tot stilte en verwondering. En elke dag denken we hetzelfde: wat bijzonder dat we dit als gezin mogen meemaken.
