Stadsgedicht 29a - De benedenstad

Titel  :  De benedenstad
Stadsdichter  : Michel Martinus
Datum  : 31 december 2010
Onderwerp  : opgravinden in de binnenstad in 2010

De benedenstad

Het was voor Harderwijk een jaar rijk aan
ondergaatse vondsten,
de stad onder de stad, die weer meer van haar
oude zwijgen verbrak en met stukjes en beetjes tot
nieuwe inzichten en verhalen leidde.

Vandaag wordt de oude zandloper omgekeerd en
loopt de tijd terug in zijn historie, dan
verschijnen op de grondradar de oude inwoners,
weer aan hun poorten
en roepen wij hen toe:
‘'Hoort, hoort, zegt het voort, wij vonden juist
weer iets van jullie Luttekepoort.'

En er is de opgraving van een nieuw verhaal, met
veel oud kabaal over de dwangburcht Blokhuis,
waartegen de bevolking gewapenderhand te hoop liep,
om het geschil met de overheid tot
een bouwstop en de afbraak,
te beslechten.
Dat was volgens de analen rond 1580.

Men duikt en kruipt hier elke keer opnieuw
een tijdskier in, almaar dieper,
'de Benedenstad in.'

Een vondst wordt afgestoft,opgemeten en
vastgelegd, daarna weer dichtgegooid,
weggemoffeld voor
ramptoeristen met handjes.

Wij blijven ook in de toekomst onder de stad,
almaar verder naar ons verleden speuren.

31 december 2010
Michel Martinus
Stadsdichter van Harderwijk

* dit gedicht is officieel als laatste stadsgedicht aangemerkt

De Stadsdichter van Harderwijk blikt in zijn laatste gedicht van 2010 terug op de opgravingen in de binnenstad die een deels nieuw licht werpen op de geschiedenis van de stad. Vooral in de late middeleeuwen zag Harderwijk er anders uit dan tot nu toe werd gedacht.