Stadsgedicht 21 - De Vissers

Titel  :  De Vissers
Stadsdichter  : Geert Zomer
Datum  : 25 augustus 2012
Onderwerp  : Het visserijverleden van Harderwijk

De Vissers

De Zuiderzee blonk als een spiegel aan de kade,
botters dreven rustig aan een pier.
Het was zondag, de dominee sprak over Gods genade,
het was nu vredig hier.

Het was maandagochtend en nog donker.
De vissers maakten zich op om te gaan.
De maan was verscholen achter de wolken,
mannen liepen af en aan.

Het gerucht ging door de stad
dat er slecht weer zat aan te komen,
maar toen was het nog bladstil.
Slechts een ziener had van de storm vernomen.

De schippers zijn toch uitgevaren.
Nog nooit waren hun netten zo vol vis
als toen de eerste golven braken:
de voorbode van duisternis.

Niet te beschrijven de storm die toen is losgebroken.
Het was of Gods toorn in alle hevigheid ontstak.
Neptunus heerste met z'n drietand over de golven,
het was of de wereld in tweeën brak.

Gelukkig zijn vele mannen veilig thuisgekomen,
enkelen lieten die nacht hun leven op zee.
Als u vandaag door Harderwijk heen loopt,
loop dan een aantal passen met hen mee.


25 augustus 2012
Geert Zomer
Stadsdichter Harderwijk

Stadsdichter bezingt Harderwijks visserijverleden
Tijdens de Harderwijker Visserijdag op zaterdag 25 augustus 2012 traden vanaf 16.30 uur het Harderwijker Mannenkoor en het Elburger mannenkoor OBK op in de Grote Kerk. Ook de stadsdichters van beide steden lieten bij die gelegenheid van zich horen. Willem van Dijk uit Elburg kon niet zelf aanwezig zijn, maar een door hem gemaakt gedicht werd voorgedragen door een lid van het Elburger mannenkoor. De Harderwijker stadsdichter Geert Zomer had voor deze Visserijdag een speciaal gedicht gemaakt: "De vissers". De voordracht nam hij zelf voor zijn rekening. Het optreden van beide koren vormde tevens de officiële afsluiting van de Harderwijker Visserijdagen 2012.