Stadsgedicht 13 - Koepelglas

Titel  :  Koepelglas
Stadsdichter  : Geert Zomer
Datum  : 14 oktober 2011 
Onderwerp  : Opening parkeergarage de Houtwal

Koepelglas

Soms ging ik vroeger bij mijn neefje spelen,
dan moesten wij zijn speelgoed delen:
een trein, een vliegtuig van meccano, een houten hamer
en in een hoek stond een parkeergarage in de kamer.

Wij hadden elk een auto, hij een snelle Porsche
en ik een ouderwetse zilvergrijze Buick.
Wij reden de parkeergarage in, cirkelden omhoog
en zetten veilig en ook droog de auto's neer.

Wij rijden de parkeergarage in, cirkelen omlaag
door zes etages en parkeren onze auto op twintig meter diep.
Mijn neef is nu een goede vriend, zo moet je weten.
Af en toe zoekt hij mij op en neemt mij mee uit eten.

Wij bewonderen de briljante constructie
en stoten stoer de handen tegen het beton.
De tijd van toen en nu versmelt in dit geniale bastion,
wij leven... en zien door het koepelglas de zon.


Geert Zomer,
Stadsdichter Harderwijk
14 oktober 2011

In de grote parkeergarage Houtwal kunnen maar liefst 450 automobilisten in zes ondergrondse etages hun auto kwijt. Ondanks de diepte, bijna 20 meter onder het plantsoen, parkeert u er licht en ruim, kortom met een veilig gevoel. Door de plaatsing van een glazen lichtkoepel dringt het daglicht royaal door tot in de onderste lagen. Bovendien wordt u nergens in de parkeergarage belemmerd door pilaren en steile hellingbanen. Vloeiend als een kurkentrekker cirkelt u naar beneden tot u een vrije parkeerplek vindt. Een lift brengt u vervolgens omhoog, zodat u snel op weg kunt naar de Harderwijkse binnenstad.