Taalachterstand bij mensen met een bijstandsuitkering

De VVD Harderwijk-Hierden stelt schriftelijke vragen over taalachterstand bij mensen met een bijstandsuitkering.

Gemeenten doen te weinig om taalachterstand weg te nemen bij mensen die een bijstandsuitkering ontvangen.

Ook wordt de geëiste tegenprestatie vaak niet uitgevoerd door de bijstandsgerechtigde, namelijk het uitvoeren van nuttige activiteiten voor de maatschappij. Dat is de conclusie van de staatssecretaris van Sociale zaken en werkgelegenheid.
 
De VVD Harderwijk-Hierden wil weten hoe dit is geregeld in de Gemeente Harderwijk. Daarom vraagt ze opheldering via schriftelijke vragen aan het college van Burgemeester en Wethouders.
 
Goede Nederlandse spreek- en taalvaardigheid is essentieel om goed mee te draaien in de samenleving en om mee te doen op de arbeidsmarkt. Daarom is het belangrijk om ondersteuning te bieden aan iemand die onze taal beter willen leren en om degenen die niet (genoeg) meewerken hierop aan te spreken en hen te stimuleren.

De participatiewet biedt ruimte om mensen met een bijstandsuitkering te korten als hij of zij zich niet of te weinig inzet om Nederlands te leren. Onderzoek van het CBS levert de volgende cijfers op: bijna 40.000 mensen met een bijstandsuitkering beheersen de Nederlandse taal onvoldoende. Hiervan zijn 150 mensen gekort op de uitkering die ze ontvangen (minder dan 0,5%). Volgens de wet dient iemand die een bijstandsuitkering krijgt een tegenprestatie te leveren, namelijk het uitvoeren van maatschappelijke nuttige activiteiten. In de meeste gevallen wordt dit verzuimd.

De VVD Harderwijk-Hierden vindt het zonde als mensen onnodig aan de zijlijn staan en daarom stelt ze schriftelijke vragen aan het college.
Vragen:
  1. Is het College bekend met de brief van de Staatssecretaris en het CBS-onderzoek?
  2. Deelt het College de mening van de VVD dat het spreken van de Nederlandse taal essentieel is om goed mee te kunnen draaien in de Nederlandse samenleving?
  3. Hoeveel bijstandsgerechtigden zijn er binnen de Gemeente Harderwijk die de Nederlandse taal onvoldoende beheersen?
  4. Hoeveel bijstandsgerechtigden zijn er die niet of slecht Nederlands kunnen en waarbij de Gemeente handhavend optreedt door het korten van de uitkering?
  5. Welke mogelijkheden past de Gemeente op dit moment toe om bijstandsgerechtigden, die niet bereid te zijn om de Nederlandse taal te leren, te lokaliseren en handhavend op te treden?
  6. Hoeveel bijstandsgerechtigden (aantal/ percentage) vervullen een tegenprestatie door het uitvoeren van maatschappelijke nuttige activiteiten?
  7. Bij hoeveel bijstandsgerechtigden die geen of amper maatschappelijke activiteiten uitvoeren als tegenprestatie, wordt er handhavend opgetreden door het korten van de uitkering?