Springruiter Max van der Poll uit Hierden wordt wereldkampioen: ‘Dit is sportief het hoogst haalbare’

Door Marco Jansen - Het behalen van het wereldkampioenschap in de rubriek voor zesjarige jonge paarden in het Belgische Lanaken is voor springruiter Max van der Poll (25) uit Hierden het hoogtepunt in zijn carrière tot nu toe. Hij wist met zijn springpaard Ortane combinaties uit onder andere Spanje, Polen, Frankrijk, Zweden en Duitsland achter zich te laten. 

,,Wereldkampioen worden is wel een prestatie, dat word je niet zomaar. Het is een bekroning op het werk wat we doen.”

Eerste keer op podium
Van woensdag 24 tot en met zondag 28 september waren de wereldkampioenschappen op het terrein van Zangersheide, een grote fokkerij in België in Lanaken, net over de grens bij Maastricht. Deze WBFSH World Breeding Championships for young horses (vijf, zes en zeven jaar oud) bestonden uit een voorronde op donderdag en een finale op zondag. Max was hiervoor gekwalificeerd en reed in de rubriek voor zesjarige paarden.

,,In de eerste ronde was ik één van de zeven die foutloos reden van in totaal 260 deelnemers. Dat was een parcours van dertien hindernissen en zeventien sprongen. De beste veertig gingen naar de finale en deze barrage was een verkort parcours met zeven hindernissen en acht sprongen. Dit moest je zo snel mogelijk afleggen en dit heb ik als enige ook foutloos gedaan”, vertelt Max, die door dit resultaat wereldkampioen werd. Hij kreeg voor deze prestatie een wereldbol en 12.500 euro bruto aan prijzengeld, al gingen daar nog kosten vanaf.

Max van der Poll

,,Ik heb vier keer eerder aan een WK meegedaan, maar dit was de eerste keer dat ik op het podium stond. Het was een heel bijzondere dag die werd uitgezonden op Eurosport en waar een persconferentie bij was. In één klap weet iedereen in de paardenwereld wie ik ben. Ik werd heel vaak gebeld voor interesse in de koop van het paard. Ik wist dat ik een heel goed paard bij me had, maar nu is het ineens het beste paard van de wereld. Tussen de teams met trainers heb ik dit paard zelf opgeleid. Ik heb het gekocht toen het vier jaar was. Ik snap dat het een momentopname is, maar we zijn al twee jaar met elkaar bezig. Je kent elkaar en ik heb een band met het paard.”
 
Sportief gezien is de wereldtitel voor Max het mooiste wat er is, want met jonge paarden is dit het hoogst haalbare. Een paard verkopen en daar goed aan verdienen geeft hem ook voldoening. ,,Dit paard is nu het meest waard, want iedereen wil zo’n paard hebben. Maar een paard kan ook een blessure krijgen. Het hoeft niet weg, als we het verkopen, moet het bedrag er wel bij passen.”
 
Paardenhandelaars
Hij houdt ervan om met dieren bezig te zijn. Max van der Poll is ‘tussen de paarden geboren’ en er mee opgegroeid. Zijn vader en zijn opa waren paardenhandelaar. ,,Ik was al vroeg met het virus besmet. De paardenhandel is ons werk en ons leven, we zijn er dag en nacht mee bezig. ’s Morgens voeren en mesten, de paarden een uur laten lopen in de stapmolen en daarna de stal uit en de wei in. Ze moeten gereden en getraind worden, een half uur tot drie kwartier per dag. Paarden moeten veel lopen en in beweging zijn om soepel te blijven.”
 
Topsport
In de wereldwijde paardenhandel gaan grote geldbedragen om en de sector ligt ook onder een vergrootglas, vertelt Max. ,,De paarden zijn topsporters die qua eten en verzorging de beste behandeling krijgen die er is. Ze gaan naar de hoefsmid, krijgen een behandeling van een masseur en voor dit WK werden ze twee keer gekeurd door een dierenarts.”
 
In de stal in Hierden staan zo’n dertig paarden. Daarvan worden er ongeveer 25 getraind voor wedstrijden. ,,Het opleiden en verkopen van jonge paarden is ons werk. Maandelijks worden er wel paarden gekocht en verkocht.”
 
Max is ook lid van rijvereniging Rantrime. Hij werd zaterdag 4 oktober in de manage gehuldigd voor zijn bijzondere prestatie door de voorzitter, Vincent Sprengers. Vervolgens deed hij met een aantal jonge paarden mee aan een wedstrijd van het nationale concours en won hier ook in de zwaarste rubriek. ,,We gaan nu weer het binnenseizoen in.”

Max van der Poll