Spoorboekje vol uitvoeringsplannen voor Harderwijkse binnenstad is uit

Harry Schipper – In het zojuist gereedgekomen uitvoeringsprogramma ‘een eigentijdse Hanzestad’ spelen drie c-woorden - compact, compleet en comfortabel - wat de gemeente betreft de hoofdrol als het gaat om de Harderwijkse binnenstad in de nabije toekomst aantrekkelijk te houden en te maken voor zowel inwoners als (toeristische) bezoekers.

Om de toekomstbestendigheid van de hoofd(winkel)straten van de binnenstad te vergroten, moet je het winkelgebied juist ‘compacter’ maken, zo menen de deskundigen die hebben gewerkt aan dit spoorboekje van de binnenstad dat vol staat met ‘groene en rijpe’ actiepunten

‘Compleet’ slaat op het positioneren en door-ontwikkelen van het imago van Harderwijk als ‘leuke plek om te zijn’. En ‘comfortabel’ wil zeggen dat de randvoorwaarden voor het bezoeken van de binnenstad dan wel op orde moeten zijn.

De drie c-woorden vormen samen de hoofdopgaven in het uitvoeringsprogramma, die ertoe moeten leiden dat de Harderwijkse binnenstad anno 2031, dus tijdens de viering van het achthonderd jarig bestaan van de stad, er voor toeristen en bezoekers op z’n aantrekkelijkst uitziet en voor de bewoners er bovendien nog eens prettiger en leefbaarder op is geworden.

Dat uitvoeringsprogramma borduurt voort op de vorig jaar vastgestelde binnenstadsvisie Harderwijk 2031. Daarin stond de vraag centraal ‘Hoe willen we dat de binnenstad er in 2031 uitziet?’ Daarbij is volgens de deskundigen de allergrootste hoofdrol weggelegd voor het c-woord ‘comfortabel’, dat zoveel betekent als ‘het op orde houden van de basis’. Daarnaast zijn er belangrijke, zogeheten ‘sleutellocaties’ benoemd: strategische locaties in de binnenstad waar de gemeente actief mee aan de slag wil ‘om het Harderwijkse publiekshart van ‘goed’ naar ‘beter’ te brengen.

Die sleutellocaties zijn de Vuldersbrink, dat herontwikkeld moet worden, de Bruggestraat en boulevard die ‘geheel autoluw’ moeten, het Kloosterplein en de kop van de Donkerstraat die nieuwe functies moeten krijgen en tenslotte het uitnodigend inrichten van de stadsentrees. De plannen daarvoor wil de gemeente graag samen met de inwoners en ondernemers in de binnenstad ontwikkelen. Dat kan bijvoorbeeld tijdens een binnenstadsatelier, waar iedereen met zijn of haar ideeën terecht kan. De bezoekers kunnen dan meteen zien wat er gerealiseerd is aan plannen en wat er het aankomende jaar op stapel staat. In januari dit jaar was het eerste binnenstadsatelier. Daarvoor was toen behoorlijk wat belangstelling. De gemeente wil die binnenstadsateliers daarom wel elk jaar organiseren.

De uitvoeringsplannen lijken her en der al begonnen, zoals de herinrichting van de Kleine en Grote Oosterwijk en de Keizersstraat. Later dit jaar volgen ook nog de Rabbistraat, Waltorenstraat het plein achter de Vuldersbrink en de Sint Annastraat. Maar dat is niet juist: de make-overs van deze straten zijn uitvloeisels van een al ouder plan om de binnenstad te revitaliseren. “Waarbij het zeg maar puur om te stenen gaat”, verduidelijkt wethouder Wilco Mazier tijdens een toelichting op het uitwerkingsprogramma voor de Harderwijkse binnenstad.

Mazier laat weten dat de planning van alles wat uitgevoerd moet worden nog niet vaststaat. “Maar ik wil nu vooral voorrang geven aan de organisatie ervan”. Zo heeft de gemeente al twee kwartiermakers aangesteld, die er bijvoorbeeld voor moeten zorgen dat de ondernemers en winkeliers in de binnenstad geholpen worden bij het optuigen van een vereniging voor binnenstadondernemers, kortweg de BOH.  Er wordt toegewerkt naar de komst van een centrummanager. En er komt ook een zogeheten ‘accountmanager binnenstad’, die als rol krijgt om allerlei activiteiten aan te jagen.

Volgens de wethouder moet er ook een soort ‘centrumfonds’ opgetuigd worden, van waaruit plannen voor de binnenstad gefinancierd kunnen worden. Ook staat hij achter het voornemen om de organisatie Heerlijk Harderwijk te professionaliseren en te verzelfstandigen. Heerlijk Harderwijk verzorgt de marketing en promotie van Harderwijk, maar dreef tot dusver voor een belangrijk deel op vrijwilligers en had ook al wat taken op zich genomen die eigenlijk meer passen bij een winkeliersvereniging.

De wethouder hoopt ook dat er een wijk- of buurtteam binnenstad komt, waarin inwoners van de binnenstad zitting nemen. “Zij kunnen dan veel beter en gerichter hun belangen bij de gemeente naar voren brengen”, zo meent hij.

De wethouder verwacht dat het plan voor de oprichting van de vereniging BOH nog voor de zomer klaarliggen. “Dan hebben we als gemeente ook eindelijk een vast aanspreekpunt en da’s een belangrijk voordeel. Voorheen liep veel via Heerlijk Harderwijk en dat is natuurlijk niet ideaal”. Voor de zomer hoopt hij dan ook met een voorstel naar de gemeenteraad te komen voor de oprichting van een zogeheten BIZ, een bedrijfs-investerings-zone. Bedrijven en winkels binnen zo’n zone wordt dan gevraagd om bij te dragen aan ontwikkelingen om de binnenstad mooier te maken en die veelal qua omzet ook gunstig uitpakken voor de ondernemers zelf.

Op korte termijn wil Mazier ook aan de slag om de weekmarkt ‘compacter’ te maken. Die bestrijkt nu niet alleen het Kloosterplein, maar ook de toegangsweg er naartoe en zelfs op de Vitringasingel, waar de kramen deels op het fietspad staan. “We willen de kramen meer naar het Kloosterplein toe brengen. In elk geval van het fietspad af”. Hij benadrukt dat het Kloosterplein behouden blijft als parkeerterrein, ‘in elk geval totdat we een nieuwe parkeerlocatie ervoor terug hebben’. Hij reageert hiermee op allerlei soms al jaren oude plannen en ideeën om het plein in gebruik te nemen als ‘cultuurplein’.

Nu het Marius van Dokkum-museum een nieuwe plek krijgt, direct aan het Kloosterplein, wil de gemeente wel graag iets doen met het plein. “Want het is natuurlijk een prachtige locatie, die we in elk geval graag zouden willen vergroenen”.

Binnenkort mogen ook de eigenaren van leegstaande panden op de kop van de Donkerstraat van de wethouder een brief verwachten waarin ze worden uitgenodigd om mee te denken over de toekomst van dit deel van de Donkerstraat. Mazier: “Nu zie je dat veel publiek in de Donkerstraat al halverwege, zo ongeveer in de bocht bij de C&A,  terugkeert richting Markt. Wij willen ook het andere deel van de Donkerstraat, waar zeg maar ook het Stadsmuseum staat, aantrekkelijker maken. Wij gaan met de pandeigenaren in gesprek en hopen dat zij hierin ook hun verantwoordelijkheid willen nemen”.

In het kader van het compacter maken van het winkelgebied in de binnenstad is hij bereid om de Smeepoortstraat en de Schoenmakerstraat op te geven als winkelstraten. “Die mogen wel verkleuren naar ‘wonen’”, zo laat hij weten.

Het zogeheten sleutelproject om de Bruggestraat en boulevard autoluw te maken, start dit jaar met eerst een onderzoek naar de bestaande verkeerscirculatie en moet in kaart brengen wat de gevolgen zijn als je hierin verandering brengt. “Volgend jaar beginnen we dan met een proef”, aldus de wethouder. “Afhankelijk daarvan plaatsen we pas daarna pollers, dat zijn die paaltjes die uit het wegdek verrijzen”.