Raad krijgt nieuw plan voorgelegd voor (niet meer iconische) Parkvilla in Waterfront

Door Harry Schipper – De gemeenteraad is aan zet nu B en W, na lang getreuzel, aanhoudend verzet van aanwonenden en flink gepuzzel  om er toch uit te komen, nu dan tóch de raad voorstellen om het  gewijzigde bestemmingsplan van het Waterfrontpark vast te stellen.

In dat Waterfrontpark – nu nog een braakliggend terrein met een leuk speelplek tussen de binnenstad en de bestaande bebouwing in het Waterfront - komt een ranke Stadsvilla, een appartementengebouw dat 28 meter hoog mag zijn

En da’s tien meter hoger dan was toegestaan in het oude, maar nog altijd geldende bestemmingsplan, dat dateert uit 2008. Reden voor omwonenden om hiertegen in verzet te komen. Afgelopen zomer stroomden er opnieuw zienswijzen binnen toen het nieuwe bestemmingsplan opnieuw ter inzage werd gelegd. In dat plan was de aanvankelijk gedachte bouwhoogte al van 33 naar 28 meter teruggebracht. Ook was het gebouw iets meer opgeschoven naar het voet- en fietspad dat voor de Waterfrontbewoners al een paar jaar fungeert als de hoofdverbinding met de binnenstad.

Toen het nieuwe bestemmingsplan in 2018 voor het eerst  ‘in de inspraak’ ging, zwelde het verzet van omwonenden ertegen zó sterk aan en regende het zienswijzen – in totaal zo’n 95 – dat de gemeente besloot om het plan eerst opnieuw tegen het licht te houden.

Maar ondanks inspraak en overleg met de omwonenden blijft de gemeente vasthouden aan het plan om in het park een hoog gebouw te realiseren. Dat gebouw op die plek vormt, naast De Vuurtoren en de Kop van de Bakens, één van de drie hoogte-accenten die ooit bij de plannenmakerij van het Waterfront zo zijn afgesproken en zelfs door de gemeenteraad indertijd zijn vastgelegd in het beeldkwaliteitsplan van 2013. Samen vormen de drie gebouwen ‘het beeldmerk van het Waterfront’ en zijn ‘belangrijke stedenbouwkundige elementen in de wijk’.
De gemeente wil ook vasthouden aan het plan van park met gebouw, omdat dit zo is overeengekomen met VOF Waterfront, de combinatie van ontwikkelbedrijven en aannemers die verantwoordelijk zijn voor de bouw van de eerste twee fasen van het Waterfront. Contractbreuk zou veel geld kosten en ook nog eens een flinke vertraging in de ontwikkeling van dit deel van het Waterfront, omdat er dan eerst weer nieuwe plannen moeten worden gemaakt. En er passen in die nieuwe plannen dan minder woningen.

Met de omwonenden is nog wel gekeken of het gebouw niet op een andere plek in het stadspark kan worden gebouwd. Meer naar het zuiden bijvoorbeeld, maar dat betekent weer dat het park veel kleiner uitvalt. Meer in westelijke richting levert weer ‘geen winst’ op voor de omwonenden en zou ook nog eens afbreuk doen aan het park. En lager wil de gemeente het gebouw dus ook niet.

Deze keer belanden er 21 zienswijzen, waarvan vijftien unieke, op de bureaus van de gemeentebestuurders. Die stellen nu de raad voor om het bestemmingsplan in licht gewijzigde vorm vast te stellen. En om de zienswijzen van omwonenden niet te honoreren.

Een van de weinige dingen die toch ietwat zijn aangepast, is de term ‘iconisch’: waar eerst nog werd gesproken over een ‘iconische stadsvilla’ die écht beeldbepalend moest zijn, is dat woord nu geschrapt en nergens in de plannen terug te vinden. De gemeente houdt wél vast aan de voorwaarde dat het gebouw hartstikke duurzaam moet zijn. Bijvoorbeeld door veel groen te gebruiken of duurzame bouwmaterialen. Hoe het er precies uit gaat zien, staat nog altijd niet vast. Wel is al bekend dat er onder het gebouw een half-verdiepte parkeergarage komt voor bewoners van de appartementen.