‘Onvriendelijke’ motie over taalachterstand haalt het net niet

Door Petronella van het Goor - De motie ‘taalachterstand bijstandsgerechtigden’ van de VVD, SGP en het CDA is gisteravond in de raad gesneuveld, met veertien stemmen voor en vijftien tegen. De partijen wilde via een motie het college van burgemeester en wethouders onder meer verzoeken openbaar te maken hoeveel bijstandsgerechtigden er in Harderwijk zijn die de taal niet goed spreken.

Als de opdracht richting het college in de motie wat vriendelijker was geformuleerd, had de stemming misschien net wat anders uitgepakt. Of zoals de fracties van Groen Links en de PvdA stelden: “Uit deze motie spreekt teveel wantrouwen”.

Alle bijstandsgerechtigden (vanaf 1 januari 2016) moeten worden getoetst op hun taalniveau. Als er een taalachterstand blijkt, moet de bijstandsgerechtigde verplicht op cursus. Ook moeten mensen die een bijstand ontvangen een tegenprestatie leveren. Gemeenten worden hiertoe vanuit het rijk verplicht. Als bijstandsgerechtigden weigeren hun taalniveau bij te spijkeren of een tegenprestatie te leveren, moeten ze gekort worden op hun uitkering.

Uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat maar heel weinig  gemeenten in Nederland zich aan deze wettelijke verplichting houden. Dat onderzoek werd begin januari 2019 openbaar. Een paar dagen later kreeg het college in Harderwijk schriftelijke vragen van de VVD. Hoeveel bijstandsgerechtigden er in Harderwijk wonen die de Nederlandse taal onvoldoende beheersen en hoeveel van hen er op cursus gaan. Ook wilde de VVD weten hoeveel bijstandsgerechtigden er een tegenprestatie leveren en welke sancties de gemeente oplegde aan mensen die een taalcursus of tegenprestatie weigeren. Uit het antwoord van het college bleek dat zij niet zo zeer handhavend optreden als er niet aan de taaleis of leveren van tegenprestatie wordt gedaan, maar veel meer opereren vanuit maatwerk. Concrete aantallen werden niet genoemd.

Reden voor de VVD om, samen met de SGP en het CDA, de vragen opnieuw te stellen, maar dan in de vorm van een motie. “Omdat we inhoudelijk pas een goede discussie kunnen voeren als de cijfers boven tafel zijn.” Daar kon verder alleen D66 zich in vinden, dus met een nipte minderheid, sneuvelde de motie. Wethouder Gertjan van Noort zei echter wel voor 1 juli 2019 de gevraagde cijfers over 2017 en 2018 te kunnen leveren.