Ontdooide grijze hoopjes in het gras (Blog)

Ik gooi ‘m er maar weer eens in, net voor het kwik een paar graden stijgt en we massaal buiten de gebaande paden gaan lopen. Ergernis nummer een. De hondendrol. De keutel in het gras. Of zoals mijn peuter verontwaardigd zegt: ‘Bah, vieze poep, moeten ze opruimen mamma.’ 

Omdat ik niet wil dat hij er in trapt, zeg ik vaak, ‘goed kijken of er geen hondenpoep ligt hè?’.

Hij nam mijn woorden ter harte en is er nu wat op gefixeerd. Laatst durfde hij de speeltuin niet eens in, omdat hij de onschuldige boomschors bodembedekking voor iets anders aanzag. Grapje natuurlijk, niets weerhoudt hem van een glij op de baan, maar het is wel een dingetje, die drol.

Niet alleen om het onhygiënisch is, ook omdat het stinkt. In mijn geval vooral omdat het stinkt.

Ik verheug me de hele herfst- en winter lang op de geur van de lente. Het frisse gras, de ontluikende bloemetjes. Maar alles wordt gedomineerd door de geur van oude ontdooide poep en vers geproduceerde keutels. Helemaal daar waar ik woon, Drielanden. Er is zo’n mooi fietspad, langs het water, richting winkelcentrum. Beeldige bruggetjes richting woonwijk, sierlijke zwanen in het water en volle, groene bomen langs de kant. Je moet alleen wel met je neus dicht fietsen, want de lucht is weeïg zoet door alle verse bruine- en ontdooide grijze hoopjes in het gras.

Wat blijkt? De hele lange strook gras naast het fietspad is een hondenuitlaatzone en daar geldt geen opruimplicht. Bah.

Gelooft u me niet? Overdrijf ik een beetje? Wacht even tot het een keer twintig graden is geweest, de wind vanaf het water komt en kom dan een rondje fietsen.