Door Maarten Westerduin - Na jaren van anonimiteit timmert Martijn Kleermaker aardig aan de weg tussen de grote jongens van de dartswereld. Donderdag 29 oktober maakt hij zijn EK-debuut tegen niemand minder dan regerend kampioen Rob Cross. Nu al is de man uit Hierden vol zelfvertrouwen: “Hoe kicken zou het zijn als ik de titelverdediger naar huis knikker?”
Het is niet niks wat Martijn Kleermaker te wachten staat, maar de Hierdenaar lijkt er totaal niet zenuwachtig van te zijn. “Ik heb er juist heel veel zin in!”, klinkt het twee dagen voor de wedstrijd. “Ik kan echt niet wachten om morgen die kant op te gaan.” Kleermaker vertrekt een dag voor de wedstrijd naar Oberhausen, waar het toernooi georganiseerd wordt.Voor het eerst op een EK staan en dan gelijk de nummer 5 van de wereld tegenkomen.
Cross, die voor zijn Europese titel in 2019 ook wereldkampioen werd, was een paar weken geleden ook al tegenstander van Kleermaker. Die ontmoeting won de Engelsman gemakkelijk (6-1), maar dit keer ziet Kleermaker kans om revanche te nemen: “Cross is niet in de vorm van zijn leven. In die vorige wedstrijd vond ik hem voor het eerst in lange tijd weer erg goed spelen, maar hij is over een langere periode gezien wisselvallig. Het is een lastige loting, maar wel een met mogelijkheden.”“Cross is niet in de vorm van zijn leven. Dit is een loting met mogelijkheden”
“Ik ga een wedstrijd altijd in om te winnen, wil mezelf niet als underdog neerzetten. Als ik mijn normale niveau haal, weet ik dat Rob moeilijk gaat winnen of in ieder geval een ontiegelijk zware avond gaat krijgen.” De overtuiging waarmee hij dit zegt verraadt nog maar eens dat er totaal geen spanning heerst bij Kleermaker. Waarom zou hij ook? “Voor dit soort wedstrijden heb ik al die jaren gewerkt.”
Lange weg“Als ik mijn niveau haal, krijgt Rob een ontiegelijk zware avond”
Want hoewel dit nog maar het eerste profjaar van Kleermaker is, heeft hij al een lange weg als darter achter de rug. In tien jaar tijd klom hij van de kleine toernooitjes en regionale competities stapje voor stapje naar een hoger niveau om in januari van dit jaar een felbegeerde tourkaart te bemachtigen. Daarmee mag hij zich twee jaar lang op toernooien van de PDC - de belangrijkste mondiale dartbond - tegen de grote jongens bewijzen.
We gaan een dikke tien jaar terug in de tijd. Hij moet een jaar of 18 geweest zijn.
Het dartbord dat hij ooit voor zijn verjaardag had gevraagd, hing inmiddels al een aantal jaar op zijn kamer. Als tiener leerde hij er zichzelf darten, als hij thuiskwam van school, tussen het huiswerk door, wanneer hij zich verveelde. Even snel een paar pijltjes gooien. Hij leerde er toernooitjes mee spelen en deed dat zo goed dat omstanders hem adviseerden om er ‘iets meer mee te doen.’ Het duurde niet lang of Kleermaker speelde zijn competitiewedstrijden. Op het strijdtoneel van het Puttense bruine cafe De Bosrand, vocht hij potjes tegen darters uit alle uithoeken van midden-Nederland uit.
Hoe beter het ging met het darten, des te lastiger was het om tijd over te houden voor andere hobbies, zoals het voetbal bij VV Hierden. “Vond ik hartstikke leuk, maar ik ben daar toch maar mee gestopt. Ik was iemand die vooral in de derde helft uitblonk en ik wist dat ik er verder niet veel mee zou kunnen bereiken.“Ik wilde altijd leerkracht worden, maar dat valt natuurlijk never nooit niet te combineren met een dartcarrière”
Baantje ernaast
Toch flitste een carrière als profdarter op dat moment nog geen moment door zijn hoofd. Kleermaker speelde in de eerste jaren nog in de regionale competities. Het idee dat hij het ooit tegen de beste darters ter wereld op zou nemen kwam pas later. “Véél later!”, benadrukt hij zelf nog maar eens. Vandaar ook dat hij er lange tijd een baan naast had. Eerst studeerde hij voor basisschoolleraar in Zwolle: “Maar dat valt natuurlijk never nooit niet te combineren met een dartcarrière”, beaamt Kleermaker, die later een baantje in de logistiek vond. Daar had ik een baas die fantastisch met me meedacht; ik kon overal vrij voor krijgen. Maar je hebt toch die druk van het uren moeten maken en het vele reizen wat erbij komt kijken. Als je dan een gezinnetje thuis hebt zitten en in de late uurtjes nog wat trainingsarbeid wil verrichten, dan heb je al snel een druk schema.
Nadat hij een jaartje vlieguren had gemaakt in de Bosrand, belandde Kleermaker via een omzwerving bij dartvereniging Bosgenoegen in Ermelo. “Daar begon het balletje langzaam te rollen.” In Ermelo ging hij voor het eerst landelijke competitiewedstrijden spelen. Dat deed hij zo goed, dat er een plekje voor hem was in het Nederlands team. De sportbond zorgde ervoor dat hij een coach kreeg en voor het eerst internationale wedstrijden kon spelen.
Plekje bij de profs
De droom van een carrière als prof nam pas drie jaar geleden de eerste contouren aan. “Toen heb ik voor mezelf een route uitgestippeld. Ik wilde wedstrijden spelen tegen de beste spelers van de wereld. Dat kan alleen als je op toernooien van de PDC kan uitkomen.”
Het doel was dus duidelijk, maar meedoen aan de PDC-toernooien is makkelijker gezegd dan gedaan. Alleen de beste 64 darters van de wereld zijn verzekerd van een plekje. De rest moet zich opnieuw bewijzen tussen de nieuwe uitdagers. Via het kwalificatietoernooi Q-school kan elke darter een poging wagen. Kleermaker deed dat in januari met succes. Op het slagveld van 332 deelnemers was hij een van de elf darters die een ticket kregen.
Sponsor
Het succes op de Q-school viel samen met succes buiten het podium: Kleermaker strikte zijn eerste grote sponsor, waardoor hij van de ene op de andere dag zijn baan op kon zeggen. “Dat was voor mij een heel belangrijk moment: nu heb ik veel meer vrijheid. Ik breng ‘s ochtends op mn gemakje mijn kinderen naar school en kan overdag met een groepje darters mijn trainingsuren maken.”
Kleermaker kan dus tevreden op zijn uitgestippelde plannetje terugkijken. “Veel mensen zeiden drie jaar geleden al tegen mij dat ik die Q-school had moeten doen, maar toen vond ik van mezelf dat ik nog te weinig ervaring had. Achteraf is dat natuurlijk makkelijk praten, want het heeft allemaal goed uitgepakt, maar het heeft zeker voordeel gehad dat ik het zo heb gespeeld.”
Want het belangrijkste in het darten is volgens Kleermaker dat je mentaal goed in je schoenen staat. “Weet je wat het is? Op het moment dat je voor de eerste keer een wedstrijd op televisie speelt en je het podium op moet… De muziek, de rook, de camera’s, het idee dat het grote moment is aangebroken. Het vormt allemaal een enorme impressie waar je mee om moet leren gaan. Ik ken heel veel mensen die fantastisch zijn op de vloer, maar het in de spotlights niet laten zien. Dat is iets wat ik absoluut niet wil meemaken.”
Ook op het hoogste niveau wil Kleermaker geleidelijk omhoog klimmen. “Ik wil hetzelfde spelletje spelen, of ik nou in een buurthuis speel of op een groot podium sta. Die stabiele factor is belangrijk. Als dat me lukt, is het doel heel simpel, die trofee in de lucht houden.”
Maar eerst nog maar even de wedstrijd tegen Cross. “Ik ben er heilig van overtuigd dat ik hem gewoon kan verslaan. Je moet altijd uitgaan van eigen kracht. Natuurlijk zijn die toppers favoriet, ze staan niet voor niets zo hoog in de ranking. Maar als je daar als tegenstander ontzag van krijgt, hoef je niet eens te gaan spelen. Dan leg je je feitelijk al bij een nederlaag neer. Gelukkig beginnen we allebei met 0-0, hebben we evenveel pijltjes en is de wedstrijd pas klaar als de laatste dubbel in het bord hangt. Dat klinkt misschien Cruyffiaans, maar zo is het uiteindelijk wel. Hoe kicken zou het zijn als ik de titelverdediger naar huis knikker?”
Martijn Kleermaker (fotograaf Gerrit van der Weerd)
