Lijfspreuk (column)

Ik heb een nieuwe lijfspreuk. Geïnspireerd door mijn vader, die ook echt naar zijn lijfspreuk leeft, formuleerde ik die van mij. Maar laten we beginnen met die van hem. ‘Ik ben voor mijn welbevinden niet afhankelijk van jouw goedkeuring.’ Mijn moeder en zijn kinderen uitgezonderd, die goedkeuring en zijn welbevinden hangen wel redelijk samen. Maar de rest van de wereld, ‘ik heb liever dat ze over mijn fiets lullen, dan over mijn lul fietsen.’ En zo is het.

Ik ben van nature best impulsief en avontuurlijk, maar laat me vaak leiden door wat er kan gebeuren als ik … en doe het vervolgens niet. Terwijl ik wel graag wil. Eeuwig zonde natuurlijk. Want je ontneemt jezelf de ruimte die alleen jij jezelf kunt geven. Heel onlogisch.

Ik besloot te gaan omdenken, zomaar. Mijn nieuwe lijfspreuk. Wat is het ergste dat kan gebeuren? Meer een lijfvraag nu ik ‘m zo lees, maar hij werkt even goed. Het antwoord op die lijfvraag bepaalt namelijk wat je gaat doen. Bedenkend dat het ergste bijna nooit gebeurt. En zo bestond het dat ik op 300 kilometer van huis, in mijn vakantie, mijn eerste date had in dertien jaar. Het ergste dat kon gebeuren? Dat hij dat hele eind zou rijden voor een halve kop koffie. Een risico dat ik wel durfde te lopen.

Ik belde vooraf wel even mijn vader. Stukje zelfbehoud, enige dochter, 300 kilometer verderop, vreemde kerel, goedkeuring, welbevinden. Zijn antwoord verraste me niet, bevestigde mij wel, want hij denkt niet in angsten of ergsten. Hij denkt aan mijn moeder. ‘Dat klinkt als iets dat ik voor haar zou doen’, zei hij. ‘Ga ervoor.’

Petronella