Koester je vrijheid, die is niet vanzelfsprekend

Harderwijk Herdenkt 75 jaar Vrijheid. Samen herdenken, beseffen, beleven en vieren. Elke dag publiceren wij een artikel uit de speciale uitgave van de historische vereniging Herderewich. 

Wat betekent vrijheid voor Harderwijker veteranen?

Roel in Cambodja: Een kwartier na mijn dienst lag mijn vervanger op een brancard
Dagelijks is Roel Plaizier (65) een van de vaste gezichten in het Huis van de Stad, vooral in de avonduren. Als beveiliger is hij de eerste die je vriendelijk begroet als je het gemeentehuis binnenloopt. Van 1973 tot 2003 diende Roel bij het Korps mariniers. Als ‘verbindelaar’ was hij verantwoordelijk voor de communicatie tussen Nederlandse en buitenlandse troepen en het thuisfront. Hij zorgde voor de radio- en netwerkverbindingen. Vanuit zijn functie was hij veel op oefening in het buitenland, vooral in Scandinavië. 

Zoals zoveel militairen werd Roel uitgezonden. Tussen november 1992 en juni 1993 diende hij negen maanden in Cambodja om daar vrede en veiligheid te brengen. De Cambodjanen leden onder het schrikbewind van de rode Khmer. Zo’n kleine 2 miljoen van de 7 miljoen burgers kwamen om. in 1991 kon de VN een vredesmissie sturen. Uiteindelijk zijn er 16.000 blauwhelmen ingezet geweest, waaronder plm. 2.600 Nederlandse militairen. 

Ook Roel vertrok in 1992, pas getrouwd en twee maanden eerder vader geworden van zijn eerste kind: een zoon. Hij was zich bewust van de gevaren van deze missie, maar heeft er niet over nagedacht om niet te gaan. ‘Bij het Korps mariniers heb ik me nooit onveilig gevoeld. maar in Cambodja was het gevoel heel dubbel. Als vredesmacht kwamen we er om de vrede, veiligheid en vrije verkiezingen te brengen, maar als militairen waren we zelf achter prikkeldraad opgesloten in ons kamp. Buiten de compound kon je geen stap veilig zetten, je kon alleen naar buiten als je compleet bewapend en in kogelwerend vest liep.’ Het contact met thuis verliep in die tijd moeizaam en was ontzettend kostbaar. de radioverbinding werkte nog met morse.

Meerdere keren werden mortieren en granaten afgeschoten op het Nederlandse kamp. ‘we zaten daar in Cambodja midden tussen de rode Khmer. Toen ik op een avond wacht had gelopen en ik afgelost werd, hoorde ik kort daarna alarm en harde knallen. Mijn vervanger lag amper een kwartier nadat hij me had afgelost zwaargewond op een brancard: hij was slachtoffer geworden van een mortieraanval op de compound.’ en niet alleen de Nederlanders moesten het ontgelden. een colonne van de VN-vluchtelingenorganisatie, medewerkers die zorgden voor de veilige terugkeer van gevluchte Cambodjanen, werd dicht bij het kamp onder vuur genomen. er vielen meerdere doden. Ook Cambodjanen, die de VN-troepen diensten verleenden of ze positief gezind waren, moesten het met de dood bekopen. ‘de locals waren ontzettend dankbaar voor de hulp die we hen boden, maar de rode KHmer wilde hen afhankelijk houden.’

Maarten in Kosovo: die kinderen waren voorgoed hun jeugd kwijt

Maarten van Panhuis (41) is nu werkzaam op het gebied van personeelszorg, uitzendwerk en ZZP- en Hr-dienstverlening. daarnaast is hij gemeenteraadslid voor de VVD in Harderwijk en voorzitter van de Stichting regionale Veteranendag noordwest-Veluwe. Van 1996 tot 2000 diende maarten bij de Koninklijke landmacht.

Op school al wist hij dat hij beroepsmilitair wilde worden, een keuze waaraan op zijn reformatorische middelbare school geen aandacht werd gegeven. ‘die leefstijl paste niet bij je, er werd op zondag gewerkt, je zou op oefening gaan. er was één docent die mij hielp oriënteren en mijn vader – ook oud-dienstplichtig militair – heeft mij gelukkig altijd gesteund.’ de vrijheid, die hij als militair zou hebben, sprak hem aan. Maarten was van de eerste lichting na de dienstplicht, waardoor hij alleen met beroepsmilitairen de opleiding doorliep. Ook Maarten is tweemaal uitgezonden. Beide keren ging hij naar voormalig Joegoslavië, waar tussen 1991 en 2001 verschillende oorlogen woedden.

Van april tot september 1997 was Maarten in Sarajevo, de hoofdstad van Bosnië, gelegerd. In Sarajevo werd de totale zinloosheid van de Balkanoorlog voor hem zichtbaar. ‘Vanuit de heuvels rondom Sarajevo werd geschoten op woonwijken, iets dat niets meer met een strategische oorlog te maken had. Kerken en moskeeën werden gesloopt, de funderingen werden geruimd, om te zorgen dat kinderen nooit meer konden leren over hun afkomst. de haat werd bij jonge generaties aangewakkerd. Het oorlogsgeweld was voorbij, maar de onderhuidse spanningen waren nog lang niet over.’

Ruim twee jaar later, van januari tot mei 2000, ging Maarten met de Kosovo Force-missie naar Kosovo, waar de staart van de Balkanoorlog was uitgevochten. Daar kwam hij meer dan in Sarajevo in aanraking met de lokale bevolking, die te lijden had gehad onder het oorlogsgeweld. ‘we konden er actief wat doen voor mensen die alles kwijt waren geraakt. we knapten huizen op, hielpen mee met de wederopbouw, liepen patrouilles om de veiligheid te bewaken.’ Het zijn vooral de kinderen die hem altijd zijn bijgebleven. ‘die kinderen hadden zulke lege blikken in hun ogen. Je kon ze even afleiden met een potje voetbal, maar daarna vielen ze weer terug in de harde werkelijkheid. de hele basis onder hun leven was weggeslagen, omdat hun vrijheid was afgepakt en ze nooit meer kind konden zijn.’

Thuiskomst

Voor beide mannen geldt, wat voor veel veteranen werkelijkheid was. de terugkeer thuis was erg moeilijk en er was geen nazorg geregeld. De overgang van een volledig militaire omgeving naar het ‘burgerleven’ was niet zo makkelijk te maken. Roel herinnert: ‘op uitzending ben je dagelijks actief op de basis. Mijn vrouw had in haar eentje het huishouden gerund, voor onze zoon gezorgd en was nauw betrokken bij de activiteiten die voor het thuisfront werden georganiseerd.

Bij terugkomst ging ik bijna automatisch op militaire wijze verder in het huishouden, terwijl ik daarvoor zes maanden weg was geweest. Dat accepteerde mijn vrouw terecht niet.’ Ook bij maarten was de terugkomst lastig. ‘in mijn directe omgeving was er weinig aandacht voor wat ik had meegemaakt, mensen hadden weinig begrip voor alle nieuwe indrukken die ik had opgedaan op uitzending. Mijn blik op de wereld was compleet veranderd, terwijl thuis alles hetzelfde was gebleven.’ De maand vrijaf, die de militairen na hun uitzending kregen, zat Maarten niet uit. ‘na twee dagen verveelde ik me zo stierlijk dat ik terugging naar de kazerne. Daar druppelden mijn collega’s in die dagen één voor één binnen en we hebben maar wat losse klussen uitgevoerd.’

Vrijheid

Beide mannen hebben in oorlogsgebied gezien wat het ontbreken van vrijheid met mensen doet. Hierdoor hebben zij hun eigen vrijheid op een heel andere manier leren waarderen. Maarten: ‘we zien vrijheid als heel vanzelfsprekend en daardoor zijn we ons er steeds minder bewust van dat we de luxe hebben om in een vrij land te leven en wat dat nu eigenlijk echt betekent.’ Ook Roel ziet dat we onze vrijheid te veel “heel normaal vinden”. ‘We moeten gelukkig zijn met de vrijheid die we hebben, en die vrijheid koesteren. Wereldwijd wordt er veel te makkelijk omgegaan met vrede en veiligheid. er heerst nog te veel een gespannen sfeer.’ Aan de andere kant ziet Maarten in maatschappelijke discussies dat we de essentie van vrijheid te weinig beleven: ‘pas als je je eigen vrijheid aan anderen kunt gunnen, krijgt deze waarde’.

Veteranen in de regio

Sinds 2005 vindt rond 29 juni de Nederlandse Veteranendag plaats in den Haag.  In onze regio wonen zo’n 1.200 veteranen, waarvan er zo’n 300 tot 400 de regionale Veteranendag bezoeken. Roel heeft sinds hij het Korps mariniers heeft verlaten, niet meer meegedaan aan activiteiten of evenementen zoals de Veteranendag. Ook Maarten heeft jarenlang niet gesproken over zijn militaire verleden. Afgelopen jaar heeft hij verteld over zijn ervaringen en inmiddels is hij voorzitter van de stichting regionale Veteranendag noordwest Veluwe. Zie ook www.veteranennw-veluwe.nl 

Artikel: Martijn Pijnenburg