Hooibroei voorkomen begint al tijdens het maaiseizoen

In het maaiseizoen is het voor veehouders belangrijk om het versgemaaide gras zo droog en veilig mogelijk op te slaan. Niemand zit immers op brand door hooibroei te wachten.

Taeke Oldenburger is één van de technisch inspecteurs die namens Univé boeren helpt met gerichte adviezen om de kans op brand door hooibroei eenvoudig te verkleinen.

Hooibroei en de risico's
Hooibroei ontstaat door de natuurlijke opwarming van samengepakt hooi en stro. Veel ondernemers zijn zich bewust van de risico’s en de kans op zelfontbranding door hooibroei. Toch komt brand door hooibroei nog regelmatig voor. Dat betekent niet alleen vernietiging van veevoer, maar vaak ook enorme schade aan de opslagplaats. Met alle financiële gevolgen van dien.

Temperatuurcontrole
Oldenburger adviseert veel boeren daarom regelmatig een temperatuurcontrole te (laten) doen. ‘Univé meet in veel van haar werkgebieden op verzoek van de ondernemer hooibroei op locatie. Daarnaast ondersteunt Univé hen, zodat ze zelf de meting kunnen verrichten. Want je kunt zelf een eenvoudige check doen door een stuk betonijzer in het hooi of stro te steken. Wanneer het ijzer na een uur warm is, kan dat duiden op broei.’

Controleur of hooibroeimeter
Om vast te stellen in welke mate er sprake is van hooibroei, is het verstandig direct een controleur in te schakelen of zelf met een hooibroeimeter aan de slag te gaan. Bij 40 tot 60 graden is er vaak sprake van geen of matige broei. Daarboven wordt dringend aanbevolen dagelijks de stro-  of hooiopslag te controleren en de verzekeraar in te lichten. Bij een temperatuur van 70 graden of meer moet direct de brandweer worden ingeschakeld.

10 preventietips
Broei verhoogt niet alleen de kans op brand. De voedingswaarde van het hooi gaat ook achteruit als de temperatuur ervan stijgt. En ruwvoer wordt waardeloos als de kern van een hooibaal verkoold is. Om ellende te voorkomen, is het volgens Oldenburger zaak dat ondernemers alert zijn om hooi en stro veilig op te slaan.

Namens Univé geeft hij tien tips om broei tegen te gaan:
  • Maai gras bij voorkeur bij mooi weer en laat het goed drogen voordat het tot balen wordt geperst.
  •  Bedenk dat de kans op hooibroei het grootst is bij jonge, goed bemeste grassen (bv. van de eerste snede in mei).
  • Wees extra alert op het bijharken van minder gedroogde grassen uit de hoeken van een perceel. Bewaar deze minder droge balen nooit midden in de stapel, maar juist aan de zijkant.
  • Is het niet mogelijk om hooi of stro droog in te pakken? Wikkel de balen dan in plasticfolie. Daardoor behoudt het hooi ook zijn kwaliteit beter.
  • Pers het hooi bij voorkeur in kleine balen. Deze zijn minder strak geperst, waardoor er minder kans is op broei dan bij grote balen.
  • Stapel grote balen niet hoger dan 3 pakken. Zorg ook hier voor voldoende ventilatie rondom de opslag, maar ook tussen de balen. 
  • Loonwerker ingehuurd? Houd de baal waarin hooi of stro van een collega zit apart. Broei ontstaat vaak in gemengde balen. 
  • Controleer regelmatig de temperatuur van het hooi. Wees alert bij geconstateerde indicatoren van broei, zoals vochtontwikkeling boven op de balen en/of de specifieke geur (zware tabak/chemische lucht).
  • Vooral in een periode wanneer het weer instabiel is, is het moeilijk om een goede kwaliteit hooi te krijgen. Blijf alert, want de kans op hooibroei is dan groter.
  • Schakel bij twijfel altijd direct een hooibroeicontroleur in.
Toch hooibroei?
Constateert u ondanks alle voorzorgmaatregelen toch vochtontwikkeling of een onverklaarbare chemische lucht? Dan is er mogelijk sprake van hooibroei. Bel in dat geval direct met uw Univé-adviseur. Als daar aanleiding voor is, komt er een inspecteur langs. Die zal de temperatuur van het hooi meten en zo nodig maatregelen nemen om brand te voorkomen.

(Foto: Univé)