Door Harry Schipper – Het Harderwijkse college van B en W gaat de visie van het oude Masterplan voor de ontwikkeling van het Dolfinariumeiland opnieuw tegen het licht houden.
B en W voeren onder andere aan dat ‘de wetgeving en publieke opinie over het houden van dieren in het algemeen en zeezoogdieren in Dolfinaria in het bijzonder, zijn gewijzigd’ “Dierenparken zijn meer en meer gericht op educatie en onderzoek naar behoud van soorten. Het Dolfinarium verandert mee. Maar hoe precies en welke gevolgen dat heeft voor het eiland is nog onduidelijk”, schrijven B en W in een brief aan de raadsleden. Die willen dolgraag weten hoe de ontwikkeling van het Dolfinariumeiland er nu voor staat, welke stappen al zijn gezet en nog gezet gaan worden.Het college wil zo ‘de kaders voor de ontwikkeling van het eiland opnieuw definiëren’, omdat sinds het oude Masterplan uit 2003 ‘de wereld ingrijpend is veranderd’
In de zogeheten raadsinformatiebrief wijzen B en W erop dat het Dolfinarium fors minder bezoekers trekt dan tien jaar geleden. “Deze nieuwe realiteit is verwerkt in de keuzes die zijn gemaakt voor de aanleg en bouw van parkeervoorzieningen. De garage in de Kop van de Stadswerven wordt kleiner en de garage, zoals oorspronkelijk gepland op het Dolfinariumeiland, is voor nu niet meer nodig”. Ze stippen ook aan dat er tegenwoordig anders wordt gedacht over de bereikbaarheid van de binnenstad per auto via de Havendam. De gevolgen hiervan zijn al verwerkt in het programma Parkeren dat recent door B en W is vastgesteld en dat nu voor iedereen tot 6 december ter inzage ligt.
Wat ook meespeelt in het besluit om het oude plan voor het eiland tegen het licht te houden is dat het ontzettend lastig is gebleken om het eiland te ontwikkelen volgens het richtsnoer dat in 2003 was opgesteld door de ‘Waterfront-bedenker’ Jos van Eldonk en zijn bureau Common Affairs. Het Dolfinariumeiland maakte destijds onderdeel uit van het nieuw te ontwikkelen Waterfront. Van Eldonk had voor het eiland een fors Leisure-programma opgesteld, compleet met een commerciële plint van bedrijfjes en restaurants. Ook een theater of iets met een podiumfunctie stond erop ingetekend, maar sindsdien zijn alle pogingen gestrand om dat daar gerealiseerd te krijgen. En ook ondernemers durfden tot dusver de gok niet aan om juist daar hun horecazaak of winkel te realiseren.
Goede redenen dus om eerst eens te onderzoeken of er eigenlijk nog wel behoefte is aan Leisure functies, ofwel activiteiten en voorzieningen die mensen gebruiken in hun vrije tijd voor ontspanning, recreatie en plezier. Daarbij kan gedacht worden aan een theater, bioscoop of concertzaal, maar ook een fitnesscentrum of speeltuin. Horeca valt er ook onder. Zo is altijd gedacht dat er wel animo zou zijn voor de bouw van een hotel. B en W stellen zich voor om hier nu nog eens – of eigenlijk nogmaals – onderzoek naar te doen. En meteen ook maar naar de behoefte en interesse voor Leisure.
Ze stellen zich meteen ook de vraag of het nog wel een goed idee is om het eiland af te schermen van de stad door zo’n commerciële plint. Misschien vragen de ontwikkelingen van de laatste jaren juist om andere keuzes?
Ondertussen zijn er ook al nieuwe ideeën voor de ontwikkeling van het Dolfinariumeiland ingebracht, waarin al alternatieven worden aangedragen. Zo stelden landschapsarchitect Niek Heijboer en stedenbouwkundige Frits Kroese in hun vrije tijd een schitterend toekomstplan op voor het Dolfinariumeiland, in de vorm van een eilandenrijk, compleet met sfeervolle pleinen, glooiende duinen en een theater met uitzicht over het Wolderwijd.
Dat plan oogstte veel lof van onder andere gemeentebestuur en politieke partijen, maar er zat ook een belangrijke ‘maar’ aan: het eiland is immers in erfpacht van Dolfinariumeigenaar Aspro Parcs uit Spanje. En die gaat dus helemaal zelf over het toekomstig gebruik van het gebied.
Het gemeentebestuur wil bij het ontwikkelen van een nieuwe visie dan ook nadrukkelijk ook het Dolfinarium betrekken. En ook de gebiedsontwikkelaars Synchroon en Koopmans, aan wie al heel wat jaren terug nu eenmaal is beloofd dat zij de plannen voor het eiland mochten ontwikkelen. Het gemeentebestuur ook investeren in betrokkenheid van provincie en rijk bij dit project. En last but not vast niet least willen B en W dat ook ‘de stad’ betrokken wordt bij het ontwikkelen van de plannen.
Die plannen zijn er nog niet, maar in plaats van Leisure zou bijvoorbeeld ook gedacht kunnen worden aan onderwijs, maatschappelijke functies of zelfs wonen. “Nadenken over de plek die het eiland in de stad kan krijgen, betekent ook nadenken over de haalbaarheid”, schrijven B en W. Dat heeft daarom besloten om een PlanMER-studie uit te voeren, om te kijken wat er wel of juist niet kan op het eiland. Dat ligt immers strak tegen Natura2000-gebied aan.
Daarbij willen B en W de haalbaarheid toetsen van plannen die liggen tussen enerzijds het oude Masterplan en als andere uiterste het idee voor het eilandenrijk van Heijboer en Kroese. Ook willen B en W inzicht verkrijgen in de waarde die door de ontwikkelbedrijven en door Aspro Parcs wordt toegekend aan de ontwikkeling van het eiland en de erfpachtovereenkomst met het Dolfinarium.
De komende maanden worden onderzoeken uitgevoerd die noodzakelijke antwoorden opleveren om de visie op te kunnen stellen. Dat gaat geld kosten. B en W kondigen daarom alvast aan dat de gemeenteraad begin volgend jaar een voorstel met de vraag voor een voorbereidingskrediet krijgt voorgelegd. Medio volgend jaar willen B en W een nieuw kader vaststellen voor de ontwikkeling van het Dolfinariumeiland. Eentje waarmee gemeente, ontwikkelaars en Dolfinarium kunnen instemmen en waar ze alle drie toekomstperspectief in zien. Aan de hand daarvan wordt dan een nieuw Masterplan gemaakt.
(Foto Oordt Fotografie)