De kinderen van Versteeg moeten onder de wol

Harderwijk Herdenkt 75 jaar Vrijheid. Samen herdenken, beseffen, beleven en vieren. Elke dag publiceren wij een artikel uit de speciale uitgave van de historische vereniging Herderewich. 

De kinderen van Versteeg moeten Onder de wol

Het is 17 september 1944 wanneer in Harderwijk het zware gedreun van artillerie te horen is: De Slag bij Arnhem is begonnen. Britse luchtlandingstroepen zijn geland bij Arnhem om daar een bruggenhoofd over de Rijn te verschaffen. Zuidelijker landden Amerikaanse luchtlandingstroepen in de omgeving van Eindhoven en Nijmegen. Operatie Market Garden is van start gegaan, het plan om de oorlog voor Kerst te beëindigen.

Diezelfde ochtend wordt er door radio Oranje een gecodeerd nieuwsbericht omgeroepen: “De kinderen van Versteeg moeten onder de wol”

Voor directie en personeel van de nederlandse Spoorwegen is dit het signaal voor de Spoorwegstaking. Versteeg is immers een schuilnaam van ir. willem Hupkes, directeur van de nederlandse Spoorwegen. Bijna 30.000 medewerkers van de nederlandse Spoorwegen leggen hun werk neer. Het wordt een staking met grote gevolgen voor de voedselvoorziening in het westen van Nederland.
 
Voor de Nederlandse regering in londen is het afkondigen van de Spoorwegstaking noodzaak geworden. in de aanloop naar 17 september 1944 voeren de geallieerden vaker luchtaanvallen uit. Locomotieven en treinstellen worden hevig onder vuur genomen en de spoorlijn bij Harderwijk wordt bijna dagelijks gebombardeerd. Met het afkondigen van de Spoorwegstaking hoopt de Nederlandse regering dat het Nederlandse spoorpersoneel geen verdere gevaren zou lopen van de voortdurende luchtaanvallen. Daarnaast kunnen de duitsers geen goederen en materiaal meer via het spoor naar het front verplaatsen.

Om de lonen door te kunnen betalen tijdens stakingen waren er sinds 1943 stakingskassen aangelegd. In het geval van een eventuele algehele spoorwegstaking konden de lonen doorbetaald worden vanuit deze stakingskassen, deze waren echter groot genoeg voor een staking van hooguit één maand. Operation market Garden ontpopte zich tot een brug te ver met als gevolg dat de staking veel langer zou gaan duren en de stakingskassen uitgeput raakten. Om de lonen van het spoorwegpersoneel toch te kunnen blijven betalen moest er geld gevonden worden. “de bankier van de illegaliteit” werd ingeschakeld, namelijk het nationaal Steunfonds, een verzetsorganisatie die ook wel de financier van het verzet werd genoemd. de directie van de Nederlandse Spoorwegen ging in overleg met het nationaal Steunfonds. 

De keuze was: of weer aan het werk, of de lonen uitbetalen via het nationaal Steunfonds. De directie van de Nederlandse Spoorwegen eiste daarnaast dat het volledige loon voor het personeel doorbetaald zou worden. Uiteindelijk zou het nationaal Steunfonds de resterende oorlogsmaanden het volledige loon van ruim 30.000 spoorwegstakers en gezinnen uitbetalen. Maandelijks was hier een bedrag van 8 miljoen gulden (pensioenen inbegrepen) voor nodig.

Het nationaal Steunfonds was een verzetsorganisatie die zich bezig hield met de financiering van het verzet. In eerste instantie waren giften de belangrijkste vorm van inkomsten, maar alleen giften bleken niet voldoende. de broers walraven en Gijs van Hall vervalsten schatkistpromessen, waarmee zij één van de grootste bankfraudes van nederland pleegden. Vanuit london kreeg het nationaal Steunfonds de garantie tot terugbetaling van de gelden. Zodoende kreeg men goedkeuring om het geld te gebruiken voor de illegaliteit en ook voor het spoorwegpersoneel.

Onder de 30.000 personeelsleden van de Nederlandse Spoorwegen zijn ook spoorwegmannen van de administratieve en technische dienst uit Harderwijk, Ermelo en andere plaatsen op de Veluwe. Ook hun lonen zijn tijdens de Spoorwegstaking doorbetaald, waar in Harderwijk Jacob Bremer voor zorgt. Vanaf november 1944 onderhoudt hij contact met het district Amersfoort van het nationaal Steunfonds. Bremer reist met grote regelmaat naar Amersfoort waar hij grote sommen geld krijgt om het spoorwegpersoneel uit te betalen voor Harderwijk en Ermelo.

Een overzicht van de bedragen in guldens:
November 1944  42.119 gulden (inclusief kerstgratificatie)
December 1944 2.000
Januari 1945 30.000
Februari 1945 22.000
Maart 1945 25.000
April 1945 35.000
Mei 1945  34.312 (inclusief ƒ 10.000 paasgratificatie)
Totaal  190.431, dit is nu, omgerekend 1,115 miljoen euro.

Bremer verdeelt het geld onder lokale nationaal Steunfonds medewerkers in Harderwijk en Ermelo, zoals bijvoorbeeld de familie Vlijm in Ermelo. Zij zorgen er voor dat het geld bij de spoorwegmannen en hun families terecht komt.

In zijn boek, In Vredesnaam, schrijft wim Vlijm hierover het volgende: Als coördinator voor het rayon Harderwijk, waaronder ook Ermelo viel, trad op Jacob Bremer uit Harderwijk. Mijn vader, moeder en zuster Riek werden aangezocht als vaste medewerkers voor Ermelo en omgeving. Riek toog per fiets eenmaal per maand, vermomd als verpleegster, naar Amersfoort, waar zij telkens een groot geldbedrag moest afhalen op een goed geheim gehouden adres. Mijn vader zorgde dan thuis voor een correcte verdeling en administratieve verantwoording voor later. Zelf bracht hij per fiets het geld bij de betrokkenen in de buitenbuurten van Ermelo, terwijl mijn moeder te voet hetzelfde deed in het dorp.

De spoorwegmannen in Nunspeet, Doornspijk en Elburg krijgen tijdens de staking ook gewoon hun loon doorbetaald door het nationaal Steunfonds. Een belangrijke rol is hierin weggelegd voor dionisius Dirk Bakker, beter bekend als Opa Bakker van het Verscholen dorp in de Soerelse bossen. Bakker was een gepensioneerd hoofdconducteur en al spoedig na de afkondiging van de Spoorwegstaking staat Opa Bakker op de bres om als gepensioneerd hoofdconducteur “zijn” mensen te helpen en te verzorgen.

Hij zorgde ervoor dat de staking in Nunspeet een feit werd en regelde alle uitbetalingen. Na de arrestatie van Opa Bakker in januari 1945 neemt zijn vrouw, Tante Cor, de verantwoordelijkheid op zich om de salarissen van het spoorwegpersoneel uit te blijven betalen. Op een woensdagavond, 20 juli 1945, wordt er in Harderwijk nog één keer stilgestaan bij de Spoorwegstaking. Tijdens deze avond worden de heren Bremer en Ritsjouw gehuldigd voor hun daden. Daden waar men niet direct over nadenkt als er gedacht wordt aan verzet, want vaak wordt er gedacht aan sabotagedaden, zoals het opblazen van spoorlijnen. Of aan de illegale pers, zoals Trouw, Vrij nederland of Het Parool. Of het plegen van gewapend verzet, het plegen van overvallen op distributiekantoren. de avond op 20 juli 1945 wordt in stilte afgesloten voor Opa Bakker die op 2 maart 1945 is gefusilleerd in Varsseveld.

Mensen gebruikten op allerlei manieren hun talenten als wapen tegen de vijand en als vorm van verzet. Ook op financieel gebied, daar sta je niet zo vaak bij stil, maar deze mensen liepen net zo goed gevaar. denk maar eens aan de lange en gevaarlijke, maar ook noodzakelijke reizen van bijvoorbeeld Wim Vlijm, Opa Bakker en Jacob Bremer. Stelt u zich eens voor hoe het zou aflopen indien zij gepakt zouden worden met grote sommen geld … Geld dat noodzakelijk was voor de medemens …ook al kostte het hun leven.

Johan van Sonnen
​In het dagelijks leven controller; heeft grote interesse voor de geschiedenis, met name voor de Tweede Wereldoorlog. Besteedt veel tijd aan onderzoek naar het verzet


Heeft u het blad Harderwijk Herdenkt niet ontvangen? Vraag het aan via info@herderewich