Een paar maanden geleden stapten we het vliegtuig in met zes rugzakken, een flinke dosis spanning en vooral heel veel zin. Ons avontuur is begonnen: een jaar lang met het hele gezin de wereld rond.
Onze reis begon in Dubai maar vooral Sri Lanka. Een land dat je met al je zintuigen beleeft: drukke straten vol toeterende tuktuks, geuren van kruiden en curry’s die je tegemoetkomen, en overal een kleurrijk leven op straat. De kinderen hadden de grootste lol in de tuktuks, al knepen wij soms de ogen dicht als het allemaal nét goed ging.Inmiddels zijn we ruim anderhalve maand onderweg en voelt het alsof we een heel boek aan verhalen kunnen vullen

Eén van de meest indrukwekkende momenten was toen we onderweg een alternatieve route namen die dwars door een nationaal park liep. Binnen tien minuten zagen we ze al: olifanten. Eerst een kleinere, maar later ook een imposant mannetje dat rustig de weg overstak. Wat een immens, indrukwekkend dier. Een moment dat we nooit meer vergeten.

Hoogtepunten waren er volop: de treinreis langs de theeplantages, het beklimmen van eeuwenoude forten en de stranden waar de kinderen urenlang konden spelen. Maar ook momenten van stilte, zoals bij het tsunami-monument. Daar werden we even stil van de verhalen en de foto’s van die rampzalige dag in 2004.
Na een paar weken Sri Lanka reisden we door naar Singapore. En dat voelde alsof je in een compleet andere wereld stapte. Waar Sri Lanka chaotisch en rauw was, is Singapore modern, strak en ongelooflijk schoon. Alles is hier netjes geregeld, zelfs de metro is een belevenis: efficiënt, snel en zó simpel dat je bijna hoopt dat we dat thuis in Nederland ook hadden.
De kinderen genoten volop van de lichtshows in de tuinen van Gardens by the Bay, maar het absolute hoogtepunt voor ons allemaal was het uitzicht vanaf de Marina Bay Sands. Asha had uitgezocht dat we in plaats van dure tickets voor het uitkijkplatform ook een restaurant bovenin konden reserveren. En zo zaten we ineens met ons gezin op 57 verdiepingen hoogte, met uitzicht over de skyline van Singapore. Terwijl wij genoten van oesters, pasta en een glas wijn, smulden de kinderen van pizza en patat met truffel. Misschien wel de mooiste plek waar we ooit hebben gegeten.

Inmiddels zijn we aangekomen in Maleisië, op een tropisch eiland dat voelt als een klein paradijs. Ons huisje staat aan het strand, tussen de palmbomen. Het is eenvoudig, maar meer hebben we niet nodig. De kinderen bouwen forten van aangespoeld koraal, snorkelen in het heldere water en spelen eindeloos in de zon. Zelf maken we af en toe dronebeelden van de adembenemende natuur, beelden die we thuis waarschijnlijk honderd keer terug gaan kijken.
Wat ons opvalt: de dagen zijn hier simpel en toch vliegen ze voorbij. Een beetje schoolwerk in de schaduw, een wandeling langs het strand, een bord heerlijk eten in het restaurant en daarna allemaal tevreden naar bed. Het leven is hier een stuk langzamer, en misschien is dat juist wat we nodig hadden.
We missen Harderwijk eerlijk gezegd nog niet. Misschien komt dat nog, maar voorlopig genieten we volop van alles wat nieuw is. Van de drukke markten en imposante olifanten in Sri Lanka, tot de glanzende wolkenkrabbers in Singapore en de tropische rust van Maleisië.
De komende maanden trekken we verder naar Cambodja en Laos. Met een notitieboekje vol tips van andere reizigers beseffen we steeds meer dat een jaar misschien wel veel te kort is. Maar ach, liever een rugzak vol herinneringen dan een hoofd vol dromen die nooit uitgekomen zijn.
