Door Harry Schipper – De bouw van een nieuwe parkeergarage op de plek van het huidige parkeerterrein aan het Westeinde en Kruithuis is mogelijk, of ie nu vier bouwlagen hoog wordt, of volledig ondergronds, maar wordt door de hoge kosten nooit rendabel.
Adviesbureau Goudappel heeft, met hulp van de expertise van twee andere adviesbureaus, TAUW en Kwirkey, onderzocht óf ‘intensivering’ van het gebruik van de parkeerlocatie Westeinde mogelijk is. De gemeente ziet deze locatie namelijk als kansrijk om zo een aantal andere parkeerlocaties in de binnenstad op te heffen en zo meer autoluw te krijgen. Onder andere de mogelijkheid om op het Kloosterplein te parkeren verdwijnt dan, zodat dat plein kan worden omgetoverd tot een meer recreatieve, culturele en groene ontmoetingsruimte. Ook parkeren aan de Plantage en op andere parkeersectoren in de binnenstad worden op termijn opgeheven, zo is de wensgedachte van het stadsbestuur.Tot die conclusie komt het gemeentebestuur, op basis van een haalbaarheidsonderzoek naar vier bouwvarianten en de geschatte kosten, die momenteel uitkomen tussen de 19 en 39 miljoen euro
Nu nog biedt het parkeerterrein Westeinde plek aan 146 auto’s, maar dat moeten er minimaal 304 méér worden, zodat er uiteindelijk minimaal 450 parkeerplekken komen. Niet alleen voor de bewoners en werkers trouwens, maar ook voor bezoekers.
Dat kan alleen als er een parkeergarage komt met een aantal bouwlagen. De adviseurs hebben vier varianten onderzocht en meteen ook de kosten ervan geraamd. De omwonenden en de mensen die nu nog gebruik maken van parkeerplekken in de binnenstad hebben de schetsvarianten al gezien tijdens een bewonersinformatieavond.
De goedkoopste schetsvariant is, grof gezegd, een geheel bovengrondse blokkendoos van vier verdiepingen hoog en telt zo’n 505parkeerplekken. De kosten daarvan worden momenteel op 19 miljoen euro geraamd. De tweede variant telt twee bouwlagen, een begane grond en een kelderverdieping waarin bij elkaar 455 parkeerplekken kunnen komen. Kostenraming: dik 27 miljoen. Variant drie heeft een begane grondverdieping (zonder dak, maar wel een anderhalve hoge muur eromheen) en twee kelderverdiepingen, biedt plek aan 506 auto’s en kost naar schatting bijna 35 miljoen.
De vierde variant is met 39 miljoen euro meteen ook de duurste, biedt plek aan 450 auto’s, maar ligt wel helemaal ondergronds. Over die prijskaartjes merken de adviseurs op dat de bouwkosten alleen al in het afgelopen vier jaar met 28 procent zijn gestegen. Hun verwachting is dat deze forse stijging de komende jaren door zal zetten. Dus als er pas over een paar jaar wordt gestart met de bouw, hangen daar veel hogere prijskaartjes aan.
De diverse prijskaartjes van dit moment kun je ook omrekenen naar kosten per parkeerplek. In de goedkoopste variant kost zo’n plek dan op 31.722 euro (of zelfs 25 mille, als gekozen wordt voor een ‘systeembouwer’), in de duurste variant kost elke parkeerplek maar liefst 72.244 euro. De varianten leveren ook elk een jaarlijks exploitatietekort op, variërend van ruim twee ton tot jaarlijks driekwart miljoen. Zulke bedragen moet de gemeente dus elk jaar ergens vandaan halen, zeker veertig jaar lang.
Wethouder Wilco Mazier van financiën, parkeren en verkeer, benadrukte bij de presentatie van het haalbaarheidsonderzoek dat er nog helemaal niks is besloten. “We hebben alleen laten bekijken of het daar zou kunnen. En dat kan dus”. De wethouder wil vooral in alle fases van de plannenmakerij ‘alle stakeholders’, dus de belanghebbenden, ‘erin meenemen, zodat ze zich niet overvallen voelen’. Niettemin ziet hij zich wel gesteld voor ‘een opgave’: “We willen als stad doorgroeien naar zestigduizend inwoners, dus dat betekent ook veel meer verkeer. Tegelijk ook willen we de auto uit de stad zien te krijgen. Dus niet dat ze kriskras overal heen rijden, maar vanaf de A28, de N302 en de Ceintuurbaan zo snel mogelijk hun bestemming vinden”.
De kosten die gemoeid zijn met de bouw van een nieuwe parkeergarage, daar is zelfs Mazier naar eigen zeggen wel ‘van geschrokken’. Daarover wil hij daarom eerst nog wel ‘een akkoord ophalen bij de raad’. Ook moet hij nog meedenken met inwoners die vinden dat zo’n parkeergarage net buiten de binnenstad beter op een andere plek moet komen, zoals aan de Vitringasingel. Zelf denkt hij niet dat die locatie kansrijk is. “Dat is wel héél dichtbij de Houtwalgarage. En op die plek wordt het er ook niet goedkoper op. De locatie aan het Westeinde ís al een bestaande parkeerlocatie en daarmee logischer”, aldus de wethouder, die daar nog wel meteen aan toevoegt, ‘dat we nog moeten kijken of het ook de meest logische plek is voor werkers in de binnenstad’.
Nu de experts hebben onderzocht of het qua bodemgesteldheid wel kan en er ook ecologisch en qua natuurwaarden niet al teveel belemmeringen lijken te zijn, wil Mazier volgend jaar een ‘verdiepende studie’ laten uitvoeren. Ook wil hij eerst een klankbordgroep met onder andere omwonenden en toekomstige gebruikers oprichten die over en met de plannen wil meedenken.
De beslissing óf de parkeergarage er uiteindelijk op die plek komt, valt volgens Mazier op z’n vroegst ergens in 2027. “Dan willen we de knoop doorhakken”. Voor die tijd moet er ook uitsluitsel zijn of de bouwplannen wel mogelijk zijn in het licht van de huidige stikstofdiscussie. Volgens de experts ligt de zeer stikstofgevoelige Veluwe op 2,4 kilometer afstand en ‘kunnen effecten daarop niet op voorhand worden uitgesloten’. Naar die effecten moet dan ook tijdig nog onderzoek worden uitgevoerd, adviseren ze. Ook moet er eerst nog een archeologisch onderzoek gedaan worden, al staan eventuele vondsten de bouw van de parkeergarage doorgaans niet echt in de weg.
