Het Hanzebaken

Stadsgedicht door Theo Bakker ter gelegenheid van de doop van Het Hanzebaken op 18 mei 2013 op het Strandeiland te Harderwijk

Het Hanzebaken

Het richt zich op, verheft zich, torent hoog boven ons uit waar voorheen het getij speelde kabbelt het water aan zijn voet.

Het kijkt uit over de einder ziet over het nieuwe land en houdt zich statig stram in tegenstelling tot de windmolens wier wieken frivool draaien anderzijds houdt het zijn oog op de stad en bewaakt de muur zoals destijds de torenwachters. Het lonkt naar de Vischpoort die zich afzijdig houdt van zoveel jeugdige verbeelding.

Hoe vaak klonk hier niet de roep, ‘we gaan aan boord' klonken schreeuwende bevelen over het water werden ankers gelicht en zeilen gehesen niemand wist hoelang de reis zou duren Jongens en mannen slikten hun angst weg vrouwen en kinderen lieten hun tranen de vrije loop.

Het kijkt terug in de tijd overziet rampen en excessen maar de geliefden die wandelen op het zeepad ontgaan hem evenmin.

De kogge wendt haar steven noordwaarts trotseert klippen en kapers, koerst op de sterren in een wolkenloze nacht dagen en nachten wisselen elkaar af, in een onvoorspelbaar element.

in de verte, ver voorbij de Deense bocht, lonkt de Vitte met rijkdom, geld en goed. De Vrede van Harderwijk bracht voorspoed en roem en terwijl de dagen zich aaneenregen werd gedroomd over grote vangsten en vette winst.

Nu fluit er een walrus, kwettert een dolfijn de kogge draait haar steven en zet koers terwijl omstanders reikhalzend naar haar uitzien.

Een behouden vaart wensen we haar toe in tijden van storm en luwte in tijden van voor- en tegenspoed en Gods zegen voor hen, die haar vergezellen.

Theo Bakker
Stadsdichter van Harderwijk