Linnaeus

Linnaeus werd wereld beroemd door zijn systeem om de planten en dieren te ordenen, de binaire (of binominale) nomenclatuur.

De beroemde Zweedse botanicus (plantkundige) Carolus Linnaeus, hij leefde van 23-5-1707 tot 10-1-1778.

Linnaeus werd wereld beroemd door zijn systeem om de planten en dieren te ordenen, de binaire (of binominale) nomenclatuur. Volgens de regels van dit systeem krijgen de planten of dieren een dubbele naam. De eerste naam geeft de groeps- of geslachtsnaam van de soort aan en de tweede is de soortnaam. Zo kennen we bijvoorbeeld de Felix Domestica, of te wel van de groep katachtige de soort gedomesticeerde. Beter bekent als de huiskat. Het systeem is door de jaren aangepast en wordt tot op de dag van vandaag nog steeds gebruikt.

Op 17 april 1735 vertrek Linnaeus vanuit Zweden naar Nederland. Hij gaat dan naar Amsterdam naar de hoogleraar in de botanie, Johannes Burman.

Linnaeus wil naar Harderwijk om aan de Universiteit van Harderwijk te promoveren. Hij heeft hiervoor niet alleen een ´wetenschappelijke` motivatie, er is ook romantiek in het spel. De jonge Linnaeus is verliefd en wil trouwen, maar zijn toekomstige schoonvader stelt eisen. Hij wil dat Linnaeus binnen drie jaar promoveert en vervolgens een medische praktijk begint, anders geen bruiloft. Harderwijk had vroeger, net als Franeker, een universiteit. In de tijd van Linnaeus kon in Zweden de doctorsgraad niet behaald worden. Veel afgestudeerden gingen naar de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, waar de universiteiten een goede reputatie hadden. Er zijn twee redenen mogelijk waarom hij voor Harderwijk koos de eerste omdat de Harderwijkse hoogleraar Johannes de Gorter een goede reputatie had  of omdat Harderwijk een stuk voordeliger was dan Leiden. De rijken reisden gewoonlijk naar Leiden; met wat minder geld ging men naar Harderwijk, waar de promotie minder kostbaar was en sneller verliep. Een ondeugend gedichtje luidde: 

Harderwijk is een stad van negotie,
Men verkoopt er bokking, blauwbessen en bullen van promotie.

Op de avond van de 16de juni vertrekt hij naar Harderwijk waar hij vroeg in de morgen van de 17de juni aankomt. Hij heeft slechts een aantal manuscripten bij zich, waaronder zijn proefschrift, en tien foliobladen waarop hij het dieren-, planten- en mineralenrijk in een overzichtelijk systeem (‘Systema Naturae’) heeft gerangschikt.

Die zelfde dag nog wordt hij door de rector, zijn promotor Johannes de Gorter, in het ‘Album Studiosorum’ ingeschreven.
De volgende morgen (18 juni 1735) legt hij met goed gevolg het examen voor ‘candidatus medicinae’ af. Na nauwkeurige bestudering van zijn proefschrift door Johannes de Gorter krijgt hij het met diens ‘Imprimatur’ 2 dagen later terug, waarna hij het direct op zondag naar de drukker brengt.

Op de maandag en dinsdag die volgen volgt hij college bij zijn promotor en botaniseert hij in de omstreken van Harderwijk, dit samen met de Gorter’s zoon David.

Op woensdag 23 juni 1735 promoveerde de 28-jarige Zweedse student Carolus Linnaeus. Linnaeus bestijgt, samen met zijn promotor(Johannes de Gorter), de dubbele katheder en verdedigt zijn zienswijze over de oorzaak van de wisselkoortsen.
De promotie is een ‘private’ voor de Senaat en Johannes de Gorter geeft hem de examenbeoordeling: 

Dat ik bij den geleerden Zweed, thans den jongen doctor in de medicijnen, Carolus Linnaeus, een ongewone kennis en geleerdheid heb aangetroffen, niet alleen in alle onderdelen der artsenijkunde, maar ook in de botanie, betuig ik met mijn handtekening.

Op 24 juni 1735 vertrekt hij weer uit harderwijk, met zijn diploma, een gouden ring en een zijden doctorsmuts gaat hij weer terug naar Amsterdam. Nog geen 7 dagen is hij in Harderwijk geweest. Verschillende gebouwen herinneren ons er aan dat hij in Harderwijk is geweest en in internationale publicaties staat vermeld dat Harderwijk de plaats is waar hij gepromoveerd is.

Er gaan geruchten dat hij tijdens zijn verblijf de Gingko boom bij de Hortus heeft geplant, al is dit nooit bewezen.

Na nog 3 jaar in Nederland te zijn geweest vertrekt hij weer naar Zweden waar hij trouwt met Sara Moraeus.  Hij wordt arts bij de Zweedse admiraliteiten en in 1742 wordt hij hoogleraar aan de universiteit van Uppsala. In 1757 wordt hij verheven in de adelstand en hij mag zich dan Carl von Linné noemen. In 1778 overlijdt hij.