Keten van arbeidsovereenkomsten (column)

Prinsjesdag 2018. In de begroting voor 2019 is onder meer aandacht besteed aan de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB), voortvloeiend uit het Regeerakkoord 2017.

Met de WAB wordt onder meer het ontslagrecht gewijzigd en de ketenbepaling verruimd. Het doel is dat het wetsvoorstel, waarvan in april van dit jaar een concept is vervaardigd, dit najaar naar de Tweede Kamer gaat.

In deze column gaan we nader in op de ketenbepaling.
Je hebt er vast wel eens van gehoord of mee te maken gehad. Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van een jaar loopt af, en er wordt een nieuw contract voor bepaalde tijd van een jaar aangeboden.
 
Je hebt wel eens gehoord van de zogenaamde “keten van arbeidsovereenkomsten” en de omzetting in een contract voor onbepaalde tijd (een vast contract), maar hoe zit dit nou precies?

De ketenbepaling regelt wanneer een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd overgaat in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Heb je al 3 contracten voor bepaalde tijd  bij dezelfde werkgever gehad, dan geldt het opvolgende, 4e contract bij die werkgever automatisch als contract voor onbepaalde tijd (mits een eventuele periode tussen de contracten ten hoogste 6 maanden duurde). Maar als de duur van de opvolgende contracten een periode van 2 jaar overschrijdt, geldt met ingang van dat moment het laatste contract ook als aangegaan voor onbepaalde tijd. De tussenpozen tussen de contracten tellen hierbij ook mee! Bijvoorbeeld: Je hebt een 1e jaarcontract gekregen van je werkgever gekregen en na afloop is deze niet verlengd.  Vervolgens krijg je na 4 maanden een nieuw contract aangeboden bij die werkgever, van wederom 1 jaar. Na 8 maanden wordt dit contract dan automatisch een contract voor onbepaalde tijd. 
 
Het doel van de ketenbepaling is dat na verloop van tijd voor werknemers zekerheid ontstaat in de vorm van een vast contract. Uit de Toelichting bij het conceptwetsvoorstel van de WAB volgt dat de regering van mening is dat de termijn van 2 jaar te knellend is voor werkgevers. Ook blijken  werknemers niet altijd gebaat te zijn bij deze termijn, als ze na 2 jaar weer op zoek moeten naar een andere baan, omdat hun contract niet meer wordt verlengd.
 
Het wetsvoorstel houdt onder meer in dat de hiervoor genoemde periode waarna een contract voor onbepaalde tijd ontstaat, wordt verlengd van 2 naar 3 jaar. De pauze tussen een keten mag worden verkort in geval van seizoenswerk bijvoorbeeld, maar dat moet dan in de toepasselijke cao staan. Daarnaast komt er een uitzondering op de ketenregeling voor invalkrachten in het primair onderwijs die invallen wegens ziekte.
 
Wist je dat er nu al wel een uitzondering geldt voor het zogenaamde BBL contract, de Beroepsbegeleidende Leerweg? Deze telt niet mee in de keten van arbeidsovereenkomsten. Ook een stage overeenkomst valt er in principe buiten.