Harderwijk stopt met centraal stemmen tellen

Door Harry Schipper – Het vorig jaar gestarte experiment om in Harderwijk bij verkiezingen de stemmen centraal te tellen, in plaats van op de stembureaus, krijgt geen vervolg.
 

Het centraal tellen van uitgebrachte stemmen op elke kandidaat levert nauwelijks verbeteringen op ten opzichte van het decentraal tellen maar kost wel meer tijd en geld, zo blijkt uit evaluatie

Vorig jaar waren er drie verkiezingen: de gecombineerde Provinciale Staten- en Waterschapsverkiezingen op 20 maart en op 23 mei de Europese Parlementsverkiezing. Harderwijk was één van de 76 experimenteergemeenten, die van minister Kasja Ollongren van Binnenlandse Zaken mochten meedoen aan het experiment om de stemmen centraal te tellen. Dat gebeurde daags na de verkiezingen in sporthal De Sypel.

De avond ervoor waren nog wel  zoals altijd de stemmen per partij al geteld, om zo een voorlopige verkiezingsuitslag bekend te kunnen maken.
Het idee achter het centraal tellen is dat er door de inzet van ‘frisse’ tellers daags na de verkiezingen er in het telproces minder fouten worden gemaakt die invloed zouden kunnen hebben op de einduitslag. Maar van echt ‘frisse’ tellers was in Harderwijk niet echt sprake: de meeste tellers hadden de vorige dag tot laat in de avond de stembureaus bemand en ook nog geholpen bij het tellen van de stemmen per partij.
Het argument dat bij centraal stemmen tellen het telproces ook transparanter zou moeten zijn, werd ook niet echt bevestigd. Iedereen mag bij het tellen aanwezig zijn en met eigen ogen zien of het wel eerlijk toegaat, maar in de praktijk werd van die mogelijkheid maar door enkelen gebruik gemaakt.

Een vergelijking met eerdere (decentraal getelde) verkiezingen met die van vorig jaar liet zien, dat de betrouwbaarheid ook nauwelijks verschillen liet zien. Zo ontdekte men bijvoorbeeld bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2015 twee stemmen verschil. Bij het centraal tellen in 2019 was er ook nog steeds een verschil, al was dat maar één stem.

Bij de Waterschapsverkiezingen in 2015 ontdekte men 23 stemmen verschil, tegenover 5 in 2019. Procentueel een verschil van 0,14 en 0,02, dus met een statistisch verwaarloosbare invloed op de einduitslag.

Ook bij de Europese Parlementsverkiezing in 2015 ontdekte men maar drie stemmen verschil, waar bij het centraal tellen maar één stem verschil werd gevonden. Ook dat zou maar een verwaarloosbare invloed hebben op de definitieve uitkomst van de stemming en daarmee op een incorrecte zetelverdeling.

Centraal stemmen tellen kost wel meer geld: minstens 17.500 euro per verkiezing. Daar zijn niet eens alle uren in meegeteld van de ambtenaren die in Harderwijk altijd hard meewerken en de verkiezingen begeleiden. Bij elkaar zijn voor elke verkiezing in Harderwijk zo’n 260 mensen op de been. Bij het centraal tellen komen  nog eens zeventig tellers extra in actie.

De gemeente Harderwijk heeft op basis van de uitkomst van de evaluatie besloten om niet door te gaan met centraal tellen (behalve dan als er een keer een hertelling gedaan moet worden). Wel ziet de gemeente voordeel in het tellen van stemmen met een IPad-app die de stempassen op elk stembureau kan inscannen. Dan hoeft dat niet meer met de hand te gebeuren, dus levert dat tijdwinst op. Dat vraagt wel een investering van eenmalig 22.500 euro en nog eens 17.500 euro per verkiezing. B en W vragen de raad om met deze investeringen in te stemmen.